Een bezoek aan eene Klokkengieterij.
(Slot.)
V.
Onze schets van de klokken zou niet volledig zijn, indien wij vergaten te spreken over het karakter, dat de katholieke Kerk aan de klokken heeft gegeven. Alles toch wat de Kerk voor den dienst des Heeren gebruikt, moet door eene bijzondere wijding geheiligd worden. Niet alleen wijdt zij tempels en altaren, maar zij zegent ook de heilige vaten, de priesterlijke gewaden en de beelden, die bestemd zijn het huis Gods te versieren. De Kerk moest dus een harer plechtigste zegeningen bewaren voor de klokken, voor de harmonieuze tongen, die het teeken geven voor het gezamenlijk gebed; die in hare nu eens vroolijke en dan weêr treurige taal de heilige vervoering der hymne en de smarten der lijkplechtigheden verkondigen; die alle aardsch geluid beheerschen, als om een triomfeerende echo van de stem Gods tot den bodem van het hart te doen doordringen.
In de middeleeuwen werden de klokken bijna uitsluitend in de kloosters gegoten. Bisschoppen achtten het niet beneden zich, het gieten te leiden, dat vergezeld ging van godsdienstige ceremoniën. Gedurende het smelten van het metaal zong men psalm CL en riep men den heilige aan, aan wien de klok zou toegewijd worden.
Het wijden der klokken is een der belangrijkste ceremoniën van de liturgie. De priester, gekleed in de koorkap, begint met het water te wijden, dat voor den doop moet dienen, en vraagt daarbij aan God dat de klok, welke door de afwassching met dit water zal geheiligd worden, door hare klanken de pogingen van den bekoorder zal verijdelen; dat zij de stormen zal doen bedaren en de plannen van den boozen geest zal wegvagen. Hij bidt den Heer dat de geloovigen opgewekt mogen worden met iever de godsdienstoefeningen bij te wonen van hunne moeder, de Kerk, om zich in hunne lofzangen te vereenigen met die, welke men in eeuwigheid zingt in de vergadering de Heiligen.
Nadat de priester in den vorm van een kruis, in 't water heeft gedaan het zout, 't symbool der kristelijke wijsheid, en de heilige olie der catechumenen, het zinnebeeld der zachtheid van de evangelische deugden, zingt het koor psalm CXLVIII en CL. welke voor deze gelegenheid buitengewoon geschikt zijn. De koninklijke profeet wendt zich tot alle elementen der natuur, opdat zij door hun lof Hem vereeren, die de macht van Zijn volk heeft vergroot. De aarde en de hemelen, de sterren en de winden, de bergen en de heuvels, de stroomen en de vogels worden uitgenoodigd deel te nemen aan dat eenstemmig koncert. Op het geluid van de welluidendste instrumenten, van psalterion en cither moet het volk Gods zijne dankbaarheid en aanbidding uitdrukken. Zal deze klok, die weldra de lucht zal doen trillen, niet alle wenschen van den profeet vervullen? Ver verheven boven alle instrumenten der oude wet, zal zij alle echo's der stad doen ontwaken; zij zal het geluid harer accoorden doen doordringen in bosschen en dalen; zij zal hare melodieuze klanken toevertrouwen aan de vlugge vleugelen van den wind; en door aan alle elementen der natuur hare stem te leenen, zal zij hen die brandende liefdehymne doen zingen, welke de geheele schepping aan haar Schepper verschuldigd is.
Gedurende dit gezang neemt de priester den wijwaterborstel en wascht de klok van binnen en buiten. Hij smeekt God deze klokken te heiligen, die, als de trompetten der Levieten, het teeken moeten geven voor het gebed en de geloovigen opwekken om de eeuwige belooning te veroveren; hij vraagt dat, op het geluid der klokken, de godsvrucht in de harten toeneme en dat geesten der stormen en der duisternis de vlucht nemen, verschrikt voor den standaard des kruises, die op het metaal gegrift is.
Terwijl de priester de klok met een linnen doek afdroogt, zingt het koor den psalm Afferte Domino. Koning David vereert daarin de macht van de stem des Allerhoogsten, waarvan de klok het symboliek beeld is geworden. Welk eene grootheid heeft de stem des Heeren, die weêr klinkt over de wateren, die rommelt in den bliksem, die de ceders van den Libanon breekt, die de woestijn van Cadès doet schudden, en die, de boomen ontwortelende, de sombere ingewanden der aarde blootlegt!
De stem der klok ontleent aan die van Jehova een gedeelte harer macht: ook zij overstroomt de bergen en glijdt over de rivieren; zij doet den donder rommelen met hare bedreigingen over de onverschilligheid der eeuw; zij breekt onzen trots door de overwinningen van den dood en het nietige van het leven te verkondigen; zij schudt de gewetens door den triomf van de eeuwige gerechtigheid over de ongerechtigheid aan te kondigen; zij ontwortelt de hartstochten en doet het hemelsche licht in de diepe duisternissen der ziel schijnen.
De priester doet vervolgens met de heilige olie buiten op de klok zeven zalvingen in den vorm van een kruis en vier van binnen; hij bidt dat deze klokken, gewijd door de heilige zalving, voor hen, die ze zullen bijeen roepen, de kracht zullen verkrijgen, weêrstand te bieden aan de bekoringen en de genade om alle voorschriften van het katholiek geloof na te komen.
Het aantal zalvingen is niet zonder beteekenis. In de kerkelijke gebruiken is niets aan het toeval overgelaten; de kleinste onderdeelen der ceremoniën hebben zelfs een diepen zin, die onze gedachten moeten vestigen op een of andere groote waarheid. Het getal 7 behoort dan ook tot de kristelijke symboliek. 7 Is het getal der liefde en der gratie. God zelf heeft het gewijd door de rust op den zevenden dag. Ook de Israëlieten heiligden niet alleer den zevenden dag, maar ook het zevende jaar. Het feest der Tabernakelen werd gevierd op den zevenden dag van de zevende maand en duurde zeven dagen. Het kristendom, dat de oude wet volmaakte, gaf eene nieuwe wijding aan het getal 7. Het herinnert ons de 7 gaven van den H. Geest, de 7 HH. Sacramenten, de 7 woorden door Christus aan het kruis gesproken, de 7 zegels van den Apocalypsus, de 7 diakenen, door de apostelen aangesteld enz.
Het getal 4 is eveneens heilig; het is dat der groote profeten, der stroomen van het aardsche paradijs, die de genade afbeelden, der evangelisten, der hoofddeugden en der armen van het kruis. Wellicht worden buiten op de klok ook 4 zalvingen verricht, omdat zij den lof des Heeren naar de vier windstreken moet verkondigen.
Zoodra de klok nu gezalfd en gewijd is, wordt zij bewierookt, dewijl de geurige dampen het zinnebeeld zijn van de eerbetuigingen, welke een hart, brandend van liefde, tot den hemel doet opstijgen. In het laatste gebed vraagt de priester aan God, dat de harmonie der klok kalmte en vreugde moge verspreiden, zoo als dit eertijds de harp van David deed; dat zij de tegenwoordigheid der engelen bij de vergadering der geloovigen ten gevolge hebbe en de voortdurende hulp van de goddelijke Voorzienigheid, die over elk onzer waakt, door onze zielen en lichamen te bewaren.
Vervolgens vraagt de priester aan de meter welken naam zij aan de klok wil geven en doet dan drie slagen met den klepel ter eere der H. Drievuldigheid, welk voorbeeld door peter en meter wordt nagevolgd. Dit noemde men in de middeleeuwen: de klok het woord geven. Zij heeft nu toch het recht in naam der Kerk te spreken.
Daar de klokken nu het eigendom van den Heer zijn geworden en zij een karakter van heiligheid hebben gekregen, moet men ze onttrekken aan de nieuwsgierigheid tot dat ze in den toren worden opgehangen. Het ritueel schrijft daarom voor dat zij in linnen worden gewikkeld. In de oude tijden schonken peter en meter het noodige linnen voor deze laatste ceremonie; door verloop van tijd werden deze schenkingen rijker en bestonden dikwijls uit zijde en damast, welke men later gebruikte voor het priesterlijk gewaad.
Kardinaal Baronius geeft het jaar 968 als het eerste aan, waarin de klokken gewijd werden. Paus Joannes XII zou het eerst dit gebruik hebben voorgeschreven door zijn eigen naam aan eene klok van Sint Jan van Lateranen te geven; maar het getuigenis van Alcuinis bewijst dat dit vroom gebruik reeds vóór 770 bestond.
Thans bestaat er geene enkele kerk meer, die niet hare klok heeft, welke de geloovigen ten gebede roept. Zelfs in Turkije, waar de klok der kristen tempels lang verboden was, mogen zij thans hare metalen stem doen hooren, waar tegenover Amsterdam, waar alleen de klok voor brand of een dergelijk onheil geluid wordt, eene armzalige figuur maakt; doch ook Amsterdam, waar de kunststukken van Hemony renteloos in de bestofte torens hangen, hopen we ook nog eens te zien ontwaken uit zijne klokkenvrees.