De druiven en het licht.
Het is overbekend dat het licht een der eerste levensbehoeften voor de planten is; maar dat vooral het rijpen der druif nauw met den invloed van het licht samenhangt, blijkt uit de onderzoekingen van den natuurkundige Dr. De Villanova, die eene reeks proeven met rijpende druiven genomen heeft. Hij is tot de slotsom gekomen, dat de druif (namelijk de bezie zelf), die aan het zonlicht is blootgesteld, een veel grooter hoeveelheid suiker en minder zuur bevat, dan wanneer zij in het duister gehangen heeft. Het spreekt van zelf dat hij zijne waarnemingen nam op denzelfden stok en zelfs op denzelfden tros.
De druif, die het zonlicht rechtstreeks ontvangt, bevat gemiddeld 3.79 procent suiker meer en 1.23 procent zuur minder, dan wanneer zij van den invloed der zonnestralen verstoken blijft. Deze proeven, ofschoon oppervlakkig van weinig nut schijnende, kunnen toch in de practijk menigen dienst bewijzen. Vooreerst leeren zij dat de druif steeds op eene bij uitstek zonnige plek moet geplant worden, en vervolgens kunnen zij bijv. dienen om bij benadering de waarde van een wijnberg te bepalen. Wanneer men weet dat de druiven volop zonlicht genieten, en de luchtgesteltenis der streek legt de ontwikkeling der plant geen hinderpaal in den weg, dan kan men zeker zijn dat de vruchten zoet en sappig zullen zijn.