Van alles, voor allen.
Electriciteit op Flesschen. - Binnenkort zal men wellicht, even als men thans verduurzaamde groenten in blikken ontbiedt, electriciteit in flesschen of bussen kunnen laten komen, waarvan ieder dan naar verkiezing gebruik kan maken. De werkman zal er bij voorbeeld zijne draaibank, de naaister hare naaimachine mede in beweging kunnen brengen, en vervolgens de leege bus maar naar de fabriek terug hebben te zenden, om ze weêr gevuld thuis te krijgen.
De groote natuurkundige Faure, de uitvinder der accumulators of toestellen, waarin men electriciteit kan ophoopen en bewaren, moet namelijk het plan hebben hier of daar - bij voorbeeld aan den waterval te Schaffhausen, waar van het verbazend gewicht der neêrstortende watermassa voortreffelijk partij viel te trekken - eene groote electriciteitfabriek op te richten. Van daar zou hij allerwegen zijne bussen met ingemaakte electriciteit rondzenden, om ze later weêr ter vernieuwde vulling terug te ontvangen. De zaak klinkt ongeloofelijk, maar wij hebben in de laatste jaren reeds zooveel ongeloofelijke dingen beleefd, en de electriciteit verricht zulke wonderen, dat twijfel op dit gebied nog minder gepast schijnt dan lichtgeloovigheid. Daarenboven is Faure hier ontegenzeglijk een gezag, en zekere William Thomson te Glasgow moet zijne opgaven als juist opgenomen en ter algemeene kennis gebracht hebben. Overigens werden de accumulators van Faure reeds sedert lang met practisch gevolg tot verschillende doeleinden gebruikt, o.a. gelijk wij reeds vroeger meêdeelden ter verlichting der spoorwegwaggons op de baan van Londen naar Brighton. Wie weet dus of wij niet spoedig in onze werkplaatsen en woningen alle mechanisch werk door de electriciteit zullen zien verrichten!
Een onderzeesch schip. - De phantastische ‘Nautilus’ van Jules Verne is van een product der verbeelding wezenlijkheid geworden. Er is thans inderdaad een schip vervaardigd, dat als een visch onder water zwemt en eene volslagen omwenteling in het zeewezen dreigt teweeg te brengen. Het is eene uitvinding van den rumeenscheen ingenieur Theodoresco, en een engelsch blad geeft van het vaartuig eene uitvoerige beschrijving, volgens welke de eigenschappen van dit schip aan het fabelachtige grenzen.
Het moet gedurende twaalf à veertien uren ter diepte van honderd, ja zoo noodig van driehonderd voet onder de oppervlakte der zee onafgebroken kunnen doorvaren, waarbij een sterk werkend lichttoestel al de voorwerpen, die zich in de zee bevinden, op een afstand van honderd dertig voet duidelijk laat onderscheiden. Het onderduiken geschiedt even als bij een visch, zonder gedruisch, en naar verkiezing langzaam of buitengewoon snel. Door middel eener zeer vernuftige inrichting kan het luchtreservoir van het schip ook onder water telkens voor twaalf uren gevuld worden.
Het merkwaardige vaartuig beweegt zich wel niet zoo snel als een gewoon stoomschip, maar het spreekt toch van zelf dat het zoowel bij het opsporen van gezonken schepen als in den oorlog gewichtige diensten kan bewijzen.
De hydromotor. - Eene andere uitvinding op het gebied der stoomvaart, hoewel niet zoo gewichtig als de bovenstaande, verdient evenzeer de aandacht. Wij bedoelen den hydromotor, een stoomschip, dat in plaats van door schroef of wielen in beweging gebracht wordt door eene waterkolom, die door de machine in achterwaartsche richting uitgeworpen wordt.
De tegenstand, dien het uitstroomende water van het rustige vaarwater ondervindt, bewerkt dat het schip vooruitgestuwd wordt. Wordt het water daarentegen naar voren uitgedreven, dan gaat het schip achterwaarts. De proeven, met deze uitvinding genomen, gaven op zich zelve een zeer voldoend resultaat; maar het schip bracht het met de nieuwe beweegkracht niet verder dan tot eene snelheid van acht knoopen of vijftien kilometer in het uur.
Sedert heeft men van dezen hydromoter, die door zekeren Fleischer was uitgevonden, weinig meer vernomen; doch thans komt de uitvinding opnieuw op het tapijt, daar zekere Dr. Barth te Leipzig, die den toestel wijzigde en tot meerdere volmaaktheid bracht, onlangs patent genomen heeft voor een hydromotor, die slechts weinig van dien van Fleischer afwijkt. In plaats van twee waterbuizen aan de zijden van het schip, zoo als Fleischer had aangewend, gebruikt Dr. Barth slechts ééne buis onder aan het schip, en het schijnt dat deze wijziging practische voordeelen oplevert.
Eene merkwaardige statistiek. - Gelijk bekend is zijn de amerikaansche steden meerendeels in dier voege gebouwd, dat de huizenblokken regelmatige vierkanten vormen, gescheiden door lijnrechte en elkaar rechthoekig snijdende straten. Vooral de kwakerstad Philadelphia schijnt een reusachtig schaakbord; men vindt er geen enkele schuinsloopende straat, zoo dat de tramlijnen aldaar natuurlijk overal groote omwegen moeten maken.
Een amerikaansche statisticus nu heeft de aardigheid gehad eens na te rekenen hoeveel geld, tijd en trekkracht ten gevolge dier omwegen nutteloos verspild wordt. Die omwegen komen den honderd millioen passagiers op eene jaarlijksche onnoodige uitgave van anderhalf millioen dollars te staan, terwijl zij er gezamenlijk in een jaar tijds niet, minder dan 4000 jaren tijds meê verloren gaan. En wat de verspilde trekkracht betreft, deze is zoo aanzienlijk dat daarmede jaar in jaar uit 3.300.000.000.000 pond gewicht een voet hoog opgeheven kan worden.