druk bevaren kanalen van Neufossé en Aire naar La Bassée. De vijf ton zware locomotief sleept vijf of zes vlaamsche booten, ter gezamenlijke zwaarte van ongeveer duizend ton, met eene snelheid van vier kilometer per uur. Het resultaat der eerste proefnemingen was zoo gunstig, dat de onderneming zich in den loop van 1881 tot het geheele Westvlaamsche kanalennet van Rijssel tot Duinkerken heeft uitgebreid.
Het spreekt van zelf dat deze stoomsleepdienst uitsluitend voor vlak land geschikt is, maar daarom juist zou hij zich uitstekend leenen tot toepassing op ons land.
Verlakte boter.- In Engeland komt in den handel eene soort van boter voor, die als tafelboter zeer gezocht is en daarom duurder betaald wordt dan andere boter, die even goed is, namelijk zoogenaamde..... verlakte boter. Deze heeft eene spiegelgladde, glanzende oppervlakte en vormt, in sierlijke vormen geperst, een aardig tafelsieraad. Hoe deze boter verkregen wordt is niet met juistheid bekend, daar men hiervan een geheim maakt; maar van dat geheim zijn toch eenige kleinigheden uitgelekt, die wij hier zullen meêdeelen. De boter wordt zorgvuldig gewasschen en dan in vormen gedaan, waarin zij een dag moet blijven staan. Vervolgens neemt men ze er uit en bestrijkt ze door middel van een daartoe ingericht penseel met eene oplossing van een eetlepel witte suiker in eene kwart flesch warm water. Dit bestrijken of verlakken moet zeer snel geschieden. De oppervlakte der boter wordt op het eerste oogenblik zacht, verhardt echter spoedig en neemt dan het gezegde glanzende, geleiachtige voorkomen aan.
HET RAADHUIS TE VENRAY.
Het blad, waaraan wij deze mededeeling ontleenen, meldt niet of de suikeroplossing ook zonder invloed blijft op den smaak der boter.
Een grocje van inkt.- Het moet geen plezierige gewaarwording zijn als men zich een grocje gereed maakt, en het vocht plotseling in inkt veranderd ziet. Dit was onlangs het geval met een persoon, die spuitwater met cognac vermengde en tot zijn verbazing een inktkleurig vocht verkreeg. De man moet aanvankelijk wel in de meening verkeerd hebben dat hier zwarte kunst in het spel was, doch de scheikunde wist aan het feit eene zeer natuurlijke verklaring aan te geven. Het spuitwater bevatte namelijk belangrijke hoeveelheden ijzerzout in oplossing, terwijl de cognac, die lang in het vat gezeten had, door de aanraking met het eikenhout eene goede dosis looizuur had opgedaan. Daar nu looizuur en ijzerzout samen inkt vormen, is het raadsel van zelf opgelost.
Versteende petroleum. - Met het oog op den ontzaglijken invoer van petroleum uit Amerika heeft men sinds lang een middel trachten te bedenken om de petroleum tot eene vaste stof te maken, waardoor het transport veel vergemakkelijkt zou worden. Een duitsch scheikundige, Dittmar, schijnt dit middel gevonden te hebben; langs welken weg is nog niet bekend, daar de uitvinding stipt geheim wordt gehouden. Door toevoeging van 2 of 3 percent van zekere stof zou hij de petroleum of steenolie inderdaad in steen kunnen herscheppen. Aan verscheidene scheikundigen heeft hij reeds monsters van zijne versteende petroleum toegezonden, doch het is hun nog niet mogelijk geweest den aard van het bijmengsel te ontdekken. In Rusland moet reeds eene maatschappij zijn opgericht om het patent te exploiteeren, zoo dat we wellicht binnen kort in plaats van de duizenden vaten steenolie, die wekelijks uit Amerika in onze havenplaaten worden ingevoerd, geheele ladingen steenblokken zullen zien arriveeren.
Iets over knoopen. - Waar toch al de knoopen vandaan komen? Dat hangt voornamelijk af van de stof, waaruit zij vervaardigd worden, en naar gelang daarvan zouden zij ons van verschillende landen en steden kunnen verhalen. Zoo komen de meeste metalen knoopen uit Birmingham, waar geheele fabrieken niets anders dan deze kleine, maar onmisbare voorwerpen vervaardigen. De parelmoeren knoopen komen bijna uitsluitend uit Weenen en de glazen hebben voor het grootste gedeelte hun oorsprong in de fabrieken van Bohemen, waar duizenden kinderen voor een daggeld van hoogstens een kwartje zich met de vervaardiging daarvan bezig houden.
De grootste massa knoopen wordt echter geleverd door Parijs en Berlijn, en in een dorp nabij eerstgenoemde stad, leven 5 à 6000 menschen uitsluitend van de vervaardiging van agaten knoopen, die te New-York zoo goedkoop worden geleverd dat zij, zelfs met 30 percent inkomende rechten bezwaard, daar nog niet de helft kosten van de ruwe grondstof.
In de Vereenigde Staten worden overigens geen knoopen gemaakt; bij den hoogen prijs van den handenarbeid kost alleen het werk om de knoopen op kaarten te rijgen, meer dan de volle prijs, waarvoor zij uit Europa geleverd kunnen worden. Vandaar dat uit Europa alle soorten van knoopen naar Amerika uitgevoerd worden.
Carbolzuur in den tuin. - Ieder kent het carbolzuur en de diensten die het tot bevordering van den openbaren gezondheidstoestand bewijst. Van minder bekendheid is het echter, dat het carbolzuur ook in den tuin met voordeel aangewend kan worden, niet alleen ter genezing van verschillende plantenziekten, maar ook ter verwijdering van vele gevaarlijke vijanden der planten, zoo als aardvlooien, bladluizen en meer van dat schadelijk gedierte.
Wie zijn tuin van insecten wenscht te zuiveren, losse één deel carbolzuur in honderd deelen water op en besproeie door middel van een gieter de aangetaste bedden met deze oplossing; na ééne flinke besproeiing zal de plaag voorgoed verdwenen zijn. Het schijnt dat geen enkel insect tegen die bijtende stof is opge wassen, en wil men een kluchtig bewijs zien van den schrik, dien zij er voor hebben, dan begiete men er een mierennest meê. Het is bekend dat deze insecten, hoe groot ook het gevaar is dat hen bedreigt, nooit op de vlucht gaan zonder ook hun kroos: in veiligheid te brengen. Maar zoodra men ze met carbolzuur te na komt, laten zij alles in den steek en maken zich hals over kop uit de voeten.
De goudproductie in 1881.- De opbrengst aan goud gedurende het jaar 1881 zal minder bedragen dan honderd millioen shillings, en wel ten gevolge van de vermindering van de opbrengst der mijnen van Australië en van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Californië echter moet hiervan uitgezonderd worden. Tusschen Rusland en Californië bestaat er in dit opzicht reeds sedert een tiental jaren een zeer regelmatig verband; de opbrengst zal voor het afgeloopen jaar in Californië zoo ongeveer op negentien of twintig millioen dollars kunnen geschat worden.
De totale goudopbrengst over de geheele wereld bedroeg vóór de ontdekking van de goudmijnen in Australië en in Californië nog geen twintig millioen dollars. In 1852 en in 1853 bereikte dit cijfer de buitengewone hoogte van honderd zestig millioen per jaar, en hiervan was het grootste gedeelte afkomstig van de rijke mijnen uit de twee laatstgenoemde landen. Sedert nam de opbrengst af en dit duurde tot aan het jaar 1879, toen zij volgens den heer Burchard, den directeur van de Munt der Vereenigde Staten, een totaal van ruim honderd en vijf millioen shillings bedroeg.