Een bezoek aan de Koninklijke Tapijtfabriek te Deventer.
(Slot.)
IV.
Tot hiertoe heb ik in deze rij opstellen slechts van de Smyrnasche tapijten gesproken en deze vormen dan ook, gelijk reeds is opgemerkt, het hoofdproduct van de Deventer fabriek. Maar dat neemt niet weg, dat ook de overige takken van tapijtfabrikatie, die in de bedoelde inrichting vertegenwoordigd zijn, hier niet vergeten mogen worden.
In tegenstelling met de Smyrnasche tapijten, die geheel met de hand vervaardigd worden en, voor zoover daarbij de schoonheid in lijnen en kleurenharmonie op den voorgrond treedt, tot het gebied der kunstnijverheid behooren, geschiedt de vervaardiging der overige tapijten geheel machinaal. Zij worden even als linnen of andere kleedingstoffen op het getouw geweven.
Even als bij alle weefsels komt het hier dus slechts op de toepassing van het overoude beginsel van schering en inslag aan. Wat die beide termen zeggen willen, zal voor de meesten onzer lezers wel geen toelichting behoeven en is overigens ook bij de wordingsgeschiedenis van een Smyrnasch tapijt gebleken. Daar vormden de opstaande draden de schering, terwijl de dwarsdraden, die er telkens doorgeslingerd werden, den inslag uitmaakten. Het verschil tusschen zulk een weefsel en de meer eenvoudige, die ik thans op het oog heb, is eenvoudig hierin gelegen, dat bij een Smyrnasch tapijt schering en inslag slechts den ondergrond of de ketting van het weefsel vormen en de tusschengeknoopte pluisjes het eigenlijke tapijt doen ontstaan, terwijl de overige tapijten daarentegen uitsluitend uit schering en inslag bestaan.
Het duidelijkst is dit te zien, wanneer men bij voorbeeld het weven van een gewonen tapijtlooper met evenwijdige strepen gadeslaat. De wever, die aan zijn getouw is gezeten, heeft daarop een aantal evenwijdig loopende, horizontaal gespannen draden voor zich, welker kleuren overeenkomen met de evenwijdige strepen, die den looper zullen versieren. Neem bij voorbeeld dat de traplooper grijs moet worden met een breeden groenen streep in het midden en twee smaller roode strepen aan weerskanten, dan kan men de draden der schering aldus voorstellen.
De dikke strepen in het midden moeten hier groene draden verbeelden; dezelfde strepen aan weerszijden stellen roode draden voor, terwijl de dunner lijntjes grijze draden vertegenwoordigen. Het spreekt van zelf dat er ook voor den smalsten looper meer scheringdraden op het getouw staan, dan hier streepjes zijn geteekend, en dat men de kleuren op honderderlei manier variëeren kan.
Tusschen die evenwijdige draden door moet nu de inslag heengeslingerd worden op eene manier, die het best te vergelijken is bij het stoppen eener kous. In plaats van een stopnaald gebruikt de wever echter een zoogenaamde spoel, eene soort van houten schuitje, waaraan de dwarsdraad bevestigd is en waarmeê hij dien draad door de schering kan heenwerpen; want door middel van een pedaal, dat de wever met de voeten in beweging brengt, worden de draden beurtelings om den anderen opgelicht, zoo dat de spoel tusschen de opgelichte en de niet opgelichte draden heenvliegt. Bij den volgenden slag van het pedaal rijzen de overige draden omhoog, terwijl de eersten blijven liggen, en op die manier ontstaat een regelmatig weefsel met eene versiering van evenwijdige gekleurde strepen.
Het is duidelijk dat op deze manier niet alleen loopers, maar ook geheele karpetten of banen tapijtstof geweven kunnen worden. Die gestreepte vloerkleeden worden meerendeels uit gesponnen koehaar vervaardigd en er bestaan fabrieken, die zich uitsluitend tot dezen tak der tapijtfabrikatie bepalen. Dergelijke werkplaatsen vindt men o.a. te Hilversum in het Gooi, waarom deze soort van vloerkleeden dan ook algemeen onder den naam van Hilversumsch tapijtwerk bekend staat.
Doch niet alleen gestreepte tapijten kunnen door middel van een gewonen weefstoel verkregen worden; het is mogelijk langs denzelfden weg gebloemde tapijten te verkrijgen, die althans wat de teekening betreft volstrekt niet bij de Smyrnasche hoeven achter te staan. Het zijn de zoogenaamde schotsche tapijten, die ik te Deventer op groote schaal met de Jacquardmachine zag vervaardigen.
Het is inderdaad bewonderenswaardig, wanneer men ziet hoe een eenvoudig werkman door middel van een dood werktuig, dat hij slechts in beweging hoeft te brengen, zonder die beweging eigenlijk te leiden, als bij tooverslag geheele banen tapijtstof kan voortbrengen, met de rijkste patronen van bloemen en ornamenten versierd. Bij dat gezicht gevoelt men zich onwillekeurig doordrongen van hoogachting en erkentelijkheid jegens den man, die van zijn vader geen andere erfenis meêkreeg dan een weefgetouw, en door eigen arbeid en nadenken voor de weverij geworden is wat Laurens Koster was voor de boekdrukkunst en James Watt voor het stoomwerktuig; jegens den lyonschen fabriekarbeider Charles Marie Jacquard, aan wien wij de machine te danken hebben, die op het gebied der weverij eene volslagen omwenteling heeft te weeg gebracht.
Eene volledige beschrijving der Jacquardmachine zou mij te ver voeren en daarenboven hier niet op hare plaats zijn, daar Jacquard tot het geheele rijk der weverij behoort, van de fijnste zijdeweefsels af tot de grofste tapijten toe. De volgende bijzonderheden ter verduidelijking van het merkwaardige werktuig mogen hier volstaan.
Men zal begrijpen dat het patroon van gebloemde weefsels hierdoor ontstaat, dat de draden der schering niet als bij effen weefsels beurtelings om den anderen, maar in eene bepaalde volgorde worden opgelicht. De horizontale draden zijn namelijk allen door ringskens of lussen gestoken, welke aan verticale draden hangen. Wanneer dus die verticale draden maar behoorlijk op hun tijd worden opgetrokken, lichten zij de horizontale draden omhoog, zoo dat de spoel van den wever er onder door kan schieten.
Nu geschiedt het omhoog trekken der opstaande draden door middel van horizontale ijzerdraden of zoogenaamde naalden, wier bewegingen op hare beurt afhankelijk zijn van een zoogenoemd stel kaarten. Nevenstaande afbeelding geeft eene voorstelling van zulk eene reeks kaarten, die minstens uit een paar honderd stuks bestaat, allen in bepaalde volgorde aan elkander verbonden. De puntjes in mijne teekening stellen gaatjes voor, waardoor de naalden kunnen heenschieten. De reeks kaarten nu gaat onophoudelijk door de machine op en neêr; waar de naalden op de kaart stooten, schieten zij terug en waar zij voor een gaatje komen, gaan zij er door. Aldus in hare bewegingen geregeld, brengen zij die beweging op de verticale draden over, die op hunne beurt voor het geregeld oplichten van de draden der schering zorgen. De geheele machine, die veel overeenkomst heeft met een orgel, dat men van zijne kast heeft ontdaan, wordt door een pedaal, dat de wever onder de voeten heeft, in gang gebracht, en bij elken slag van het getouw verspringt eene kaart.
Met deze machine is het mogelijk gebloemde tapijten in drie kleuren te vervaardigen. Veelal ziet men ze in oranje, wit en bruin, eene kleurenmengeling, die voor het oog niet bijzonder aangenaam is, maar met de minste kosten te verkrijgen schijnt, waarom zij dan ook voor tapijten van mindere qualiteit wordt aangewend. Veel schooner zijn de weefsels in twee kleuren, bij voorbeeld rood en zwart; maar deze zijn dan ook duurder, ook wel ten gevolge der roode kleur.