Oorspronkelijk behoorde zij aan het versterkt kasteel door graaf Boudewijn met den IJzeren Arm aangelegd om de invallen der Noormannen te keer te gaan en was toen toegewijd aan den H. Basilius.
In 1150 keerde graaf Thierry d'Alsace van het Heilig Land terug met een schat, zoo kostbaar als eenig kruisvaarder ooit had kunnen verkrijgen, namelijk een fleschje bevattende vele druppels bloed van Kristus, afkomstig uit de spons, waarmeê Nicodemus en Joseph van Aritmathea het lichaam des Zaligmakers waschten, een geschenk van den patriarch van Jerusalem.
Het beste bewijs van de herkomst van dit bloed was, dat het verhard zijnde, elken Vrijdag vloeibaar werd; doch dit wonder hield den 18en maart 1310 op, na dat het gedurende anderhalve eeuw geregeld had plaats gehad.
In ons land teruggekeerd, liet Thierry d'Alsace een nieuwe kapel oprichten, waarin de kostbare reliquie tot heden, in weerwil van de stormen, die over het hoofd van het oude Brugge zijn heengegaan, ongeschonden bewaard bleef. De kast waarin het fleschje bewaard wordt is in 1617 door den schepen Jan Crabbe van Brugge vervaardigd en wordt als een meesterstuk van vlaamsche goudsmidskunst beschouwd.
De kapel van het H. Bloed - want sedert kreeg zij dien naam - heeft twee verdiepingen: de benedenverdieping dagteekent uit de XIIe eeuw; de bovenste is eveneens zeer oud en en sedert een veertigtal jaren gerestaureerd.
DE KAPEL VAN HET H. BLOED TE BRUGGE. (UITWENDIG.)