Een openbare bibliotheek in China.
Zij, die bij ondervinding weten hoeveel moeite het dikwijls kost om een kind de zes en twintig letters van ons alphabet te leeren, kunnen zich eenigszins een denkbeeld maken van de inspanning, die zich de chineesche onderwijzers moeten getroosten om hunnen leerlingen de 80.000 karakters te leeren onderscheiden, waardoor de woorden der chineesche taal worden voorgesteld.
Desniettemin is de kunst van lezen en schrijven in het Hemelsche Rijk zeer algemeen, en er is bijna geen dorpke, of het bezit eene school, waar de kleine Chineezen reeds van hun vijfde jaar af in de kennis dier zonderlinge hiëroglyphen worden ingewijd. Tweemaal daags krijgen zij daar onderwijs en hebben geen vacantie dan ter gelegenheid der Nieuwejaarsfeesten en op eenige andere dagen door het jaar. De onderwijzer tracht hun de vormen der verschillende letters in te prenten door hen die te laten natrekken, of door ze hen met inkt te laten kleuren, waarbij zij de omtrekken nauwkeurig hebben te volgen. Eerst later krijgen zij een wit gevernist plankje, waarop zij de letters nateekenen en dat vervolgens weêr schoongemaakt kan worden. Zij schrijven of liever teekenen met penseelen van konijnenhaar, die zij loodrecht boven het papier houden en alleen met de vingers bewegen. Die houding is zeer vermoeiend en vraagt veel oefening.
Juist om die groote moeielijkheden, aan het lezen en schrijven leeren verbonden, staat de kennis dier beide vakken bij den Chinees zeer hoog aangeschreven, en geldt zij bij hem als een bewijs van hooge verstandelijke ontwikkeling. Van oudsher genieten dan ook de geletterden in China een hoog aanzien en hebben aanspraak op de gewichtigste betrekkingen. Die eerbied voor de geletterden in het algemeen strekt zich ook uit over al de vakken, die, zij het ook maar van verre, met de letteren in verband staan. Zoo zijn niet alleen de boekhandelaars en drukkers, maar zelfs de inkt- en papierfabrikanten zeer gezien.
Toch heeft het beroep van schrijver en boekhandelaar in China ook zijne donkere zijde. Er mag geen boek gedrukt worden dan na een nauwkeurig onderzoek door de keizerlijke censors, en zelfs wanneer deze er niets slechts in gevonden hebben, kan nog de eerste de beste mandarijn het werk afkeuren en den uitgever tot stokslagen en boete veroordeelen, terwijl zijne waar verbeurd verklaard wordt.
Maar de zorg der chineesche regeering voor het geestelijk voedsel harer onderdanen gaat nog verder. Ten einde het volk van het lezen van gevaarlijke boeken af te houden en tevens de verstandelijke ontwikkeling en algemeene kennis te bevorderen, heeft zij een zeer wonderlijk middel uitgedacht.
In de voornaamste straten, op de openbare pleinen, in de tempels en publieke gebouwen heeft zij houten of steenen tafels laten aanbrengen, waarop uittreksels uit de beste werken geschilderd of gegrift zijn, en gelijk onze gravure aantoont, vindt men soms twintig of dertig zulke tafels naast elkander opgesteld. Het is eene soort van openbare bibliotheek, waarvan ieder gebruik kan maken en waar men nooit behoeft te vreezen een werk uitgeleend te vinden
Het is inderdaad geen kwaad denkbeeld van de chineesche regeering, door zulk een eenvoudig middel kennis en ontwikkeling in het bereik ook van den minstvermogende te stellen.