scheepsklerk, die bewusteloos en doodelijk gekwetst op het Vliestrand geworpen, aldaar opgenomen en liefderijk verpleegd werd. Dagen en weken lang genoot hij daar allerlei weldaden, doch vertelde niet welke schatten het gezonken vaartuig bevatte. Eerst toen hij naar Terschelling vervoerd was, waar hij zijn einde voelde naderen, deelde hij mede wat hij van de bestemming van het schip wist of dacht, alsmeê welke schatten het bevatte, waarna hij den laatsten adem uitblies.
Het zal niemand verwonderen dat men op Terschelling geen rust of duur meer had toen men wist dat zulke schatten in hunne nabijheid en onder hun bereik verborgen lagen. Welke plannen daar in die dagen besproken werden, zal wel nooit aan het nageslacht bekend worden, doch zeker is het, dat menigeen toen luchtkasteelen heeft gebouwd, die, zoo als het 't lot van alle luchtkasteelen is, in rook zijn vergaan. De handen werden echter uit de mouwen gestoken en men wilde ten minste beproeven wat er gedaan kon worden, om het goud en zilver aan het daglicht te brengen.
Onder leiding van den strandvonder werden nu in de twee jaren, volgende op de schipbreuk, pogingen in het werk gesteld om met tangen en oesterbeugels de aangekondigde waarden op te halen, hetgeen met een goeden uitslag werd bekroond. Het volgende lijstje van de geborgen schatten moge een denkbeeld geven van den inhoud der Lutine. In beide genoemde jaren werden gevonden:
Gouden staven 58 stuks wegende. |
323 kilo |
Zilveren id 35 stuks wegende |
879 kilo |
Pilaar piasters of Spaansche matten |
41.510 stuks |
Halve dito |
212 stuks |
Gouden dubloenen |
179 stuks |
Halve dito |
20 stuks |
Kwart dito |
24 stuks |
Achtste dito |
18 stuks |
Zestiende dito |
28 stuks |
Louis d'or |
128 stuks |
Dubbele dito |
81 stuks |
Guinjes |
4 stuks |
Halve dito |
2 stuks |
te samen vertegenwoordigende eene waarde van |
gl. 572.582. |
Het zilvergeld was reeds zwart geworden en men meende dat het meer waarde had indien men het blank schuurde, zoo dat er dagen lang op Terschelling geschuurd werd.
Er leven nog enkele oude Terschellingers, die zich zeer goed dit zonderling werk herinneren en allerlei anecdoten weten te vertellen over de goud- en zilverkoorts, die de hersens der eilanders zoo op hol bracht, dat het daar in die dagen een dolhuis geleek. Het aanbrengen van het opgevischte goud en zilver op wagens was dan ook wel geschikt om den verstandigsten mensch geheel het hoofd te doen kwijt raken, vooral als men daarbij in aanmerking neemt, dat men voor die waarden op het gewone bergloon rekende. Deze rekening was echter buiten den waard gemaakt, even als ook zeer spoedig het goud- en zilver-visschen ophield.
De verzanding van het wrak maakte een einde aan de visscherij en eerst in 1814 schijnt het wrak opnieuw te hebben bloot gelegen, wat overigens wel eens meer het geval kan zijn geweest, zonder dat het bemerkt werd. In genoemd jaar liet de opper-strandvonder, de heer P. Eschauzier, met tangen eenige klompen roest ophalen, waarin munten geborgen zaten, die, naar men zegt, nog te 's-Gravenhage bewaard worden.
De heer Eschauzier, een ondernemend man, verkreeg in 1821 van koning Willem I het uitsluitend recht van visschen op de Lutine op voorwaarde, dat hij de helft van hetgeen geborgen werd, zou uitkeeren aan den Staat der Nederlanden. Hij richtte eene maatschappij op, die nog bestaat en de eenige koncessionaris is. Ondertusschen gaf men in Engeland zijne ontevredenheid te kennen over de schikking van de nederlandsche regeering. De Lutine was wel is waar een engelsch oorlogschip, dat in tijd van oorlog op onze kust strandde en dus rechtens mocht worden prijs verklaard, doch na het sluiten van den vrede wilde koning Willem I aan de engelsche regeering gaarne een bewijs van vriendschap geven en aldus schonk hij in mei 1823 haar het voor den Staat der Nederlanden gereserveerde deel van de te bergen waarden uit de Lutine. De koning van Engeland nam het aanbod aan, maar droeg de gift onmiddellijk over aan de Lloyd's, die het geschenk aanvaardde in het belang der verschillende assuradeurs der Lutine.
Het duurde echter zeer lang eer er iets te verdeelen was; want eerst in het jaar 1857 kwam de blijde tijding dat het wrak der Lutine nagenoeg bloot lag. De maatschappij, die zich gevormd had om de Lutine te bevisschen, droeg aan den ingenieur L. Taurel de bewerking op, en deze was de eerste die met helmduikers op het wrak begon te werken. Het werk was moeielijk en kon alleen in de korte tijden tusschen hoog en laag water gedaan worden; ook werd het zeer belemmerd door het zand, dat nu eens meer, dan weer minder het wrak bedekte. Het zand was zeer fijn en belemmerde de duikers in het opdelven der waarden, dewijl iedere kuil vol schoot eer hij eenige diepte had. In weerwil dezer moeielijkheden werd in de jaren 1857-1860 voor eene waarde van gl. 529.055 opgehaald waaronder 41 stuks gouden en 64 stuks zilveren staven, waarvan de helft aan de Lloyd's werd gezonden, terwijl de meergenoemde maatschappij 136½ percent op haar aandeelen kon uitkeeren.
De Lloyd's, die dit geld in ontvangst nam, moet het, zoo als ik zegde, verdeelen onder de assuradeurs der Lutine. Dewijl het echter de vraag is of deze nog bekend zijn is het niet onmogelijk dat dit geld weêr ter beschikking van de engelsche kroon komt. De zware onkosten die aan het bevisschen der Lutine besteed worden zijn intusschen geheel voor rekening der nederlandsche maatschappij, dewijl Lloyd's nooit iets van zich heeft laten hooren om daarin te deelen. Het ligt voor de hand dat zij daartoe de bewilliging der eigenaars noodig heeft, maar als deze nu niet meer bestaan, houdt alle medewerking van die zijde op.
De nieuwe verzanding van het wrak maakte in het jaar 1860 een einde aan het duikerwerk. Het was toen dat de heer H.W. ter Meulen te Bodegraven, voorstelde, om door het inspuiten van water, het zand wel niet geheel weg te spoelen - waar weinig kans op zou geweest zijn - maar het zoo los te maken en te houden, dat gedurende het spuiten een duiker in den kuil met opwellend zand zou kunnen gaan en zich vrij bewegen. Deze uitvinding, sedert bekend geworden onder den naam van duiken in het zand, is proefhoudend gebleken. In september 1870 werd er nabij Terschelling eene proef mede genomen en daalde een duiker 15 voet diep in het zand neêr. In december 1877 werd de proef te IJmuiden herhaald, waar, in het bijzijn van vele ingenieurs en belanghebbenden, de duiker J. Vrouwes 30 voet diep in den grond drong.
Het zand te IJmuiden is niet zuiver maar doorschoten met lagen hard veen, die het toestel, waaruit het water spoot, zeer tegenhielden. Op de Lutine ligt fijn zand, vermengd met schelpen en men mag verwachten dat het toestel in 10 à 15 minuten 25 à 30 voet diep zal zinken. De bewerking der Lutine moet echter wachten op verbetering der tegenwoordige ondiepte, opdat eene stoomboot met de duikerwerktuigen op de plaats zal kunnen ankeren, waartoe 15 of 20 voet diepte wenschelijk is, omdat de deining, die bij geringe diepte zelden tot rust komt, het duiken zeer gevaarlijk zou maken. De Lutine ligt ongeveer 45 voet diep, zoodat met 15 of 20 voet water de duiker nog 25 of 30 voet in het zand zal moeten zakken, wat blijkens de proef te IJmuiden mogelijk is. Thans is de diepte slechts 7 voet, doch dicht bij de Lutine, in het Noordwestgat, vindt men 40 en meer voet diepte.
Het is bekend, dat in korten tijd groote veranderingen kunnen ontstaan; om die reden wordt jaarlijks meermalen op de Lutine gepeild, onder toezicht der terschellingsche afdeeling van het bestuur van meergenoemde maatschappij. De laatste peiling geeft hoop op een nabijzijnd tijdperk van flinke diepte op de Lutine; sedert 1878 is uit liet, zuidoosten daaromtrent eene verbetering gekomen, die, naar men mag verwachten, zal leiden tot een toestand waarop het duiken op het zand de gewenschte gevolgen zal opleveren. In het volgend nommer komen wij op deze waarlijk vernuftige uitvinding meer uitvoerig terug.
Om te doen zien dat deze hoop niet ongegrond is laat ik hier eene vergelijking in procenten volgen van de vroegere peilingen met die, welke niet lang geleden gedaan is.
|
Noord |
West |
Zuid |
Oost |
Verbeterd zijn |
38 |
50 |
82 |
97½ |
Gelijk gebleven |
10 |
15 |
18 |
2½ |
Verminderd |
52 |
35 |
0 |
0 |
|
100 |
100 |
100 |
100 |
De regelmatigheid der verandering van de Lutine-bank in de laatste twee jaren is opmerkelijk. Men ziet terstond, dat de verbetering uit het zuidoosten opkomt; zij is het werk van de eb, en juist daarom te vertrouwen. Zij herinnert aan het gunstige tijdvak 1857-59; toen liep de eb op de Lutine sterker dan de vloed. In de jaren van ondiepte was het omgekeerde het geval: de eb werd er meer afgekeerd door den oostelijken aangroeienden scholrug, doch die toenemend schadelijke werking bracht haar eigen geneesmiddel meê. Want de eb wil naar zee en nu de scholrug den westelijken uittocht at te zeer belemmert, loopt de eb voor een grooter deel dan vroeger over de bank en neemt het zand meê om het door het noordwestgat naar buiten te voeren langs den kortsten weg, en die weg loopt over de Lutine.
Ten slotte laat ik hier een lijstje volgen van de gouden en zilveren staven, die geborgen werden en waaruit het den lezer duidelijk zal worden, dat men de Lutine niet zonder vrucht heeft bewerkt. De gouden staven, welke werden opgehaald, zijn verdeeld in 16 seriën, waarvan 15 met lettermerken en één zonder, alleen genommerd. De zilveren staven droegen slechts vier verschillende lettermerken en nommers. Bij de onzekerheid van het bedrag der lading is het van belang op te merken welke de hoogste nommers zijn, die geborgen werden; immers men kan er ten minste eenigszins uit besluiten tot de nommers die nog in het wrak begraven liggen: Het lijstje is als volgt.
Gouden staven.
Merk. |
Geborgen. |
Hoogste nommer. |
A L |
1 |
No 23 |
D |
2 |
No 62 |
F |
2 |
No 59 |
F B B |
11 |
No 100 |
G |
1 |
No 10 |
H B |
4 |
No 68 |
H S |
14 |
No 68 |
I |
1 |
No 54 |
M B |
20 |
No 92 |
M L |
2 |
No 56 |
M M L |
16 |
No 56 |
M S W |
1 |
No 2 |
P & C |
4 |
No 74 |
S I |
9 |
No 96 |
W |
4 |
No 137 |
zonder merk |
7 |
No 76 |
Totaal |
99 |
|
Zilveren staven.
Merk. |
Geborgen. |
Hoogste nommer. |
AL |
14 |
No 69 |
G |
69 |
No 100 |
MS |
3 |
No 3 |
SS |
13 |
No 66 |
Totaal |
99 |
|
(Slot volgt.)