[Nummer 43]
Gatsjina, de residentie van den Czaar.
Het is voorzeker zeer natuurlijk dat de nieuwe czaar aller Russen bij zijne troonsbestijging het petersburgsche winterpaleis geenszins tot zijn woning uitkoos. Afgezien toch van de vele gevaren, waaraan hij zich blootstelde in die vergulde zalen, welker pracht misschien een Damocles zwaard verborg, - waren al te treurige herinneringen aan die schitterende czarenwoning verbonden. Dáár berstte in de Nicolaaszaal de ontploffing uit, die den dood van Alexander II ten doel had, maar in plaats van den keizer, een aantal zijner getrouwen uit het leven rukte. Dáár werden Alexander II voortdurend nieuwe lagen gelegd; dáár eindelijk gaf hij den geest, toen hij gevallen was als slachtoffer van den haat zijner eigen onderdanen.
gatsjina, de residentie van den czaar.
Alexander III heeft daarom het paleis Anitsjkof, dat hij als grootvorst-troonopvolger bewoonde, niet met het Winterpaleis willen verwisselen, maar heeft zijne residentie verlegd naar Gatsjina, eene stad in het gouvernement Petersburg en vijf en veertig kilometer van de boofdstad verwijderd.
De stad ligt op het kruispunt van verscheidene spoorwegen en is in dat opzicht niet ongeschikt tot zetel der regeering. Het prachtige, uitgestrekte slot, dat keizer Alexander III bewoont, werd in 1770 door prins Orlof onder leiding van den bouwkundige Rinaldi gebouwd en ging later over in het bezit van grootvorst Paul, wiens lievelingsoord het tot zijne troonsbestijging bleef.
Van binnen is het paleis prachtig gemeubeld en versierd, en van buiten is het omgeven door een der schoonste parken van Europa, dat de rijkste afwisseling aanbiedt en waarvan als het voornaamste sieraad het Amor-eiland geroemd wordt.
Dat de czaar te midden van al die heerlijkheid echter een rustig en onbekommerd leven leidt, mag ernstig betwijfeld worden, en waarschijnlijk is het lot van zijn hovenier meer te benijden dan het zijne.