Het transvaalsche driemanschap.
Op den 18en december van het vorige jaar kozen de Transvaalsche Boeren zich een eigen voorloopig bestuur, ten einde hen te leiden bij den strijd voor hunne onafhankelijkheid, dien zij kort te voren ondernomen hadden. Tot hoofdleiders van de zaken van den nieuwen Vrijstaat werden aangewezen Martinus Wessel Pre torius, Petrus Jacobus Joubert en Paul Krüger, drie mannen, die vóór de annexatie, in april 1877, in de toenmalige Zuidafrikaansche republiek een hoogen post bekleed hadden.
Van de beide laatstgenoemden bieden wij onzen lezers in dit nommer de portretten aan, en wij twijfelen niet of het zal ieder onzer inteekenaren aangenaam zijn, eenige bijzonderheder betreffende de leden van het Transvaalsche driemanschap te vernemen.
Pretorius is de zoon van Andries Pretorius, oorspronkelijk een pachter uit de Kaapkolonie, die de voornaamste leider was van den exodus der Boeren uit het engelsche gebied in 1834. Achtereenvolgens werd Andries Pretorius de stichter van den Oranje-Vrijstaat en van de Transvaalsche Republiek. Hij voerde de Boeren aan in hun oorlog tegen de Zoeloes in 1838 en veroverde op deze laatsten het vruchtbare Natal. In 1852 mocht hij zijne pogingen bekroondzien in de erkenning der Transvaalsche Republiek door het engelsche gouvernement, terwijl na zijn dood, die eenige jaren later voorviel, zijn naam gegeven werd aan de hoofdstad van het nieuw gestichte gemeenebest.
Wessel Pretorius werd in 1859 tot tweeden president van den Oranje-Vrijstaat gekozen, in welke betrekking hij vijf jaar lang te Bloemfontein verblijf hield. Later was hij eenigen tijd president der Transvaal, doch moest in 1872 die betrekking verlaten, waarschijnlijk ten gevolge van engelsche invloeden; want het engelsche gouvernement had den wakkeren man, wiens voornaamste streven steeds geweest was eene staatkundige eenheid tusschen de beide hollandsche republieken tot stand te brengen, altijd een kwaad hart toegedragen.
Gedurende de reis van president Burgers naar Europa in 1875 was Pretorius echter weder waarnemend president, en na de annexatie stelde hij zich het eerst aan het hoofd der protestpartij. Hij was dan ook voorzitter van de meeting, die na den terugkeer der eerste deputatie, welke de Boeren naar Engeland gezonden hadden, om tegen de annexatie te protesteeren, den 4en april 1878 te Doornfontein gehouden werd. Zoowel om zijne persoonlijke daden als om den naam zijner ouders is hij de aangewezen kampioen voor de onafhankelijkheid der zuidafrikaansche Boeren.
Paul Krüger is een aanzienlijk burger van Rustenburg, een man van veel natuurlijken aanleg, maar van gebrekkige opleiding. Hij is het meest bekend om de reis, die hij in mei 1877 met Dr. Jorissen naar Engeland ondernam, ten einde daar uit naam zijner landgenooten tegen de onrechtvaardige annexatie der Transvaal te protesteeren. Na eerst te Kaapstad een onderhoud met sir Bartle Frere gehad te hebben, kwamen de beide gezanten den 12en juni te Londen aan, waar zij evenwel van lord Carnarvon tot verklaring kregen, dat het de regeering Harer Majesteit volslagen onmogelijk was, aan de intrekking van de annexatie te denken. Zijne lordschap verwaardigde zich zelfs niet met de beide gezanten, die opzettelijk daartoe uit Zuid-Afrika waren overgekomen, in dicussie te treden en scheepte hen af met de verklaring, dat de annexatie ‘op verlangen van de groote meerderheid der bevolking des lands’ had plaats gehad.
Deze bewering konden de gezanten niet tegenspreken, daar het mogelijk was, dat lord Carnarvon latere berichten uit Zuid-Afrika ontvangen had, en er ‘eene onverklaarbare verandering in het gevoelen des volks’ - dit waren hunne woorden - plaats gehad kon hebben. Te vergeefs verzocht Krüger nog dat er eene algemeene volksstemming mocht gehouden worden; ook dit verzoek werd afgeslagen. Onverrichter zake keerden dus Krüger en Jorissen naar de Transvaal terug, waar zij de bevolking in een toestand van de grootste verontwaardiging en opgewondenheid tegen het engelsche bestuur vonden.
En daar was reden toe. Sir Shepstone toch, de nieuwe administrateur, had op allerlei manieren onderteekeningen verzameld onder een adres, waarin het engelsch bestuur het welkom werd toegeroepen. Die onderteekeningen waren echter slechts afkomstig van eenige engelschgezinde stedelingen, geenszins van de eigenlijke hollandsche Boeren; en het is wel mogelijk, dat lord Carnarvon door die kunstmatige demonstratie schromelijk bedrogen is.
De oproerige beweging werd inmiddels zoo ernstig, dat sir Shepstone zich genoodzaakt zag eene proclamatie uit te vaardigen, waarbij de aanleiders van het verzet met zware straffen bedreigd werden; daardoor kon hij echter niet beletten, dat weldra te Pretoria, te Potchefstroom en in andere plaatsen onafhankelijkheids-comité's werden opgericht, en 125 protesten tegen de aanhechting des lands bij de engelsche koloniën door de Transvaal verspreid werden. Die protesten werden door 6591 volwassen vrije ingezetenen geteekend, terwijl de ter zelfder tijd verspreide adressen ter gunste der engelsche regeering slechts 587 handteekeningen verkregen. Op de meeting van den 4en april 1878, waarvan wij boven reeds spraken, waren dan ook alle voornaamste plaatsen, Pretoria, Potchefstroom, Middelburg, Heidelburg, Wakkerstroom, Utrecht, Lijdenburg, Rustenburg en Marico vertegen woordigd.
Na eene beraadslaging van drie dagen werd besloten een tweede gezantschap naar Engeland te zenden, ditmaal bestaande uit de heeren Paul Krüger en P.J. Joubert.
Laatstgenoemde, die uit een oud geslacht van fransche Hugenoten, sinds lang in Zuid-Afrika gevestigd, gesproten is, was ook vice-president en waarnemend president geweest. In mei 1878 begaf hij zich in gezelschap van Krüger naar Londen, deed ook op dien tocht de Kaapstad aan en verzocht de welwillende medewerking van den gouverneur sir Bartle Frere. Maar ook dit tweede gezantschap leidde tot niet het minste practische gevolg, en na eenige nuttelooze onderhandelingen keerden beide heeren naar het vaderland terug, het hart vervuld van den bittersten haat tegen de Engelschen, die hun rechtmatig verzoek weêr zoo onbeschaamd van de hand hadden gewezen.