De weduwe van den krijgsman.
Ofschoon de oorlog dikwijls een noodzakelijk kwaad is, gebeurt het niet zelden dat machthebbers hunne legers in het veld zenden om zich daar te beladen met eenige korrels roem. Dat tot dezen prijs duizenden moeten opgeofferd worden, die allen bloedverwanten achterlaten, welke hun verlies zullen beweenen, daaraan schijnt minder gedacht te worden, ofschoon al de behaalde roem niet in staat is het lijden van een enkele in vreugde te veranderen. Onze gravure geeft eene voorstelling van zulk eene droefenis. De weduwe van den krijgsman heeft de nagelaten goederen van haar echtgenoot ontvangen en voelt bij elk stuk dat zij in de hand neemt hare smart toenemen, tot dat zij eindelijk, overmand door hare aandoeningen, op die voor haar kostbare overblijfselen in zwijm valt.
Het is een aandoenlijk tafereel, wel in staat om de oorlogzuchtigste geesten tot vrede te stemmen - den lieven vrede, waarin toch alleen het ware volksgeluk gelegen is.