Elk wat wils.
Wenken en raadgevingen door Parvulus.
Burquisme, wat is dat? Een soort van communisme of socialisme? Neen, neen; ge weet wel, dat wij ons hier niet ophouden met politiek, 't is al erg genoeg dat dit vervelend schepsel ons dag aan dag vervolgt in onze dagbladen. - Mocht zij toch eindelijk eens rusten in vrede! Neen, Burquisme is een nieuw of eigenlijk weêr opgewarmd verschijnsel op geneeskundig gebied, zeer verwonderlijk, zoo als ge overigens mij toe zult geven, als ge 't geduld hebt deze bladzijde tot het eind te doorlezen 'k Weet echter niet recht hoe u de zaak aan 't verstand te brengen. N'importe, laat ons het beproeven. Er bestaat eene soort van zenuwziekte, die men anesthesie noemt en die zich hierdoor kenmerkt, dat de ledematen, door anesthesie getroffen, ongevoelig zijn voor pijn; men kan ze slaan, steken, branden, nijpen, al wat men wil, de patiënt heeft er hoegenaamd geen pijn van; dokter Charcot te Parijs, hoofd van den geneeskundigen dienst in de Salpétrière (hospitaal voor vrou welijke zenuwziekten), heeft altijd eenige exemplaren van dit soort van lijderessen in zijne cliniek; op zekeren dag nu dat deze professor les gaf over deze ziekte, nam hij eene der lijderessen tot voorbeeld en, om door de daad te bewijzen, wat zijn woord had geleerd, stak hij haar (wat hij overigens reeds meermalen bij deze zelfde patiënte had gedaan) eene lange naald door den arm; maar op hetzelfde oogenblik gaf de lijderes, tot onuitsprekelijke verbazing en verstomming van den professor en zijne omstanders, een zoo vervaarlijken schreeuw, dat de zaal er van daverde!
een negermarteling.
Wat was er gebeurd dat deze sinds maanden gevoellooze zieke in eene overgevoelige had herschapen? Iets zoo onnoozels, zoo eenvoudigs, zoo ongeloofelijks dat, zoo 't brutale feit niet daar was, niemand het zou hebben geloofd: een zekere dokter Burg, die 's morgens in de zaal was geweest, had haar eenvoudig gedurende eenige minuten een goudstukje op den arm gelegd! Is dat nu om te lachen? Neen, zeker niet, 't is zeer ernstig gemeend, en professor Charcot, in 't geheel geen gek, heeft na talrijke proefnemingen op 't voorbeeld van dokter Burg den uitvinder van dit curieuze systeem, genomen, bewezen:
1. Dat het uitwendig opleggen van metalen een grooten invloed uitoefent op gevoel en beweging; en 2. dat het metaal dat op een gegeven persoon den meesten invloed uitoefent van buiten, ook het beste geschikt is om hem ter genezing inwendig te worden toegediend; zoo bijv de bovengenoemde lijderes, was ongevoelig aan eene helft van haar lichaam; zij gevoelde niet dat men haar aanroerde, haar stak of neep of heet of koud water over haar uitgoot, rieken en proeven deed zij niet meer; 't gehoor was ook al meer dan half verloren te gelijk met het gezicht enz. Welnu, zeide Burg, leg eens een stuk metaal (goud of zilver, koper of zink) op die ongevoelige ledematen en ge zult ze zien herleven, zelfs al heeft het metaal er maar een kwartier of hoogstens een uur op gerust; merk nu op, welk metaal het snelste werkt en geef haar daarvan in en gij zult haar binnen weinig tijd geheel genezen. Zoo gezegd, zoo gedaan; en inderdaad, het gelukte. Nu werd de proef herhaald op een aantal andere zieken en niet alleen op zulke, die hunne gevoeligheid alleen door 't spel der zenuwen hadden verloren, maar ook op hen, die in zulken toestand geraakt waren ten gevolge eener definitieve hersenkwaal, en 't resultaat was nog treffender dan in het eerste geval. Is 't niet vreemd?
Een geneesheer wordt bij een verlamde geroepen; hij haalt zijn portemonnaie voor den dag en begint met hem beurtelings allerlei stukken geld op het lijf te leggen; hij let aandachtig op en eindigt met de zieke wat voor te schrijven van 't metaal, wat hij als 't werkzaamsste heeft waargenomen en - geneest hem!
Een heel onverwacht en niet minder vreemd verschijnsel deed zich voor bij 't nemen dier proeven: men merkte namelijk, dat, naarmate de gevoeligheid enz in de zieke ledematen terugkeerde, zij de gezonde verliet, zoodat op stuk van zaken, de zieke zijde gezond en de gezonde kant ziek werd. Maar dan hebben ze niets gewonnen? Ja, toch, dit is maar voor tijd en wijl, en op 't end zijn beide weêr in orde.
Waaraan nu deze verschijnselen toe te schrijven? En waarom wordt de een geholpen door goud, de andere door koper, een ander door zink enz.? De oplossing is deze: elk metaal, op de huid gelegd, verwekt er een meer of minder sterken electrischen stroom; alle personen zijn niet dezelfde; de een heeft wat sterker van doen dan de andere; van daar de verschillende werkzaamheid der onderscheiden metalen.