Grootmoeder en kleindochter.
Het is een bekoorlijk tafereeltje dat de schilder B. Vautier ons aanbiedt. Grootmoeder en kleindochter vereenigd in de eenvoudige huiskamer der dorpswoning: de grootmoeder spinnende, maar tevens haar kleinkind, dat aandachtig toeluistert, onderhoudende, waarschijnlijk over het verleden, mogelijk over hare dochter, die ter ziele is, en waardoor het meisje eene lieve, zorgzame moeder verloor. Want aan de bloote voetjes van het kind zou men opmerken, dat zij bij grootmoeder inwoont en er te huis is, en deze tracht hare kleindochter niet slechts het gemis eener dierbare moeder zoo veel mogelijk te vergoeden door haar dak en brood en kleeren te verleenen, maar zoekt in haar tevens de herinnering aan de overledene levendig te houden en haar heure deugden en moederlijke liefde in zachte kleuren voor te stellen.