Elk wat wils.
Wenken en raadgevingen door Parvulus.
IX.
Toiletartikelen zijn kostbare zaken, voeral als men het aanlegt als juffrouw Kokettenburg of de jongeheer Lion. Zeepen en oliën van allerlei kleur en reuk; pâte van dit en crême van dat; poeiers en smeersels in overvloed; verschillende borstels, penseelen en vijltjes, en wat niet al? 't Is een heele apotheek en men zou genegen zijn uit te roepen: ik heb ze nagezien, de vodden, en sta er van verstomd! En waarom dat alles? Om eene gladde, fijne huid, krullend gepomadeerd haar, blanke nagels, enz. - attenties voor het afgodsbeeld, terwijl het echte beeld Gods, de ziel, op den achtergrond wordt geschoven en vergeten.
Wat ik zeggen wil: zoo 't er om te doen is eene goede, echte, fijne pomade te hebben, eene waarbij geen beerenvet of moëlle de boeuf halen kan, eene die de huid wezenlijk verfrischt, malsch en zacht houdt, die zuiver is en gezond en daarbij dit voor heeft op zijne schreeuwende broeders, dat zij zeer goedkoop is en voor iedere beurs bereikbaar, dan kan ik er u eene aan de hand doen. Zie eens hier dit fleschke met kristalhelder vocht, zachter als de fijnste Nizza-olie en nog zoet als suiker daarbij; riek eens, wat een goede geur, en voor zijne extra qualiteit blijf ik u borg. Wat mag dit wezen? Wel, beste lezer, eenvoudig een fleschje met glycerine en eenige druppels olie van oranjebloesem tot parfumeering.
Glycerine, het bijproduct bij het maken van zeepen, getrokken uit allerlei vetten en oliën, uitmuntend geschikt om den droogen haarbos een glimmend aanzien te geven.
Dat is echter niet alles. Zijt gij geplaagd met winterhanden of voeten; is uwe huid hard en droog en dor, schubachtig en genegen om te splijten, wrijf er wat glycerine over en gij zijt geholpen; brandt ge u, gauw wat glycerine; hebt ge een of andere onaangename, jeukende, lastige huidkwaal, gebruik de glycerine; kwaad kan het, om zoo te zeggen, nooit en goed doet het immer.
Men heeft de glycerine met groot succès gebruikt bij ernstige verwondingen, zij houdt de wonden vochtig, malsch, proper en van een zeer behaaglijke rozekleur; is dat geen kostelijk vocht?
Om goed en deugdelijk te zijn, en let hierop (want helaas, hoe goed koop ook, wordt ook deze stof al vervalscht of niet genoeg gezuiverd verkocht), moet de glycerine zijn: helder als kristal, kleurloos als dikke siroop; zij moet zoet smaken en geenerlei reactie uitoefenen op het lakmoespapier; zij moet zijn zonder reuk. Daarbij, zooals ik zegde, is haar prijs niet te duur. Waarom dan van allerlei vodden duur gekocht, die, behalve hun net etiquet, niet veel bijzonders inhouden, als ge weet, goede en goed koope waar in iedere fatsoenlijke apotheek te kunnen krijgen?
Is dit nu alles? O, neen, de glycerine wordt ook inwendig met voordeel gebruikt, bijv. bij drooge keel en hoest; zij schijnt ook in kleine giften den eetlust en de vertering te bevorderen; vandaar hare goede werking, die men wil waargenomen hebben bij zwakke personen, arm aan bloed, enz. In grootere giften van één à twee lepels is zij een uitstekend purgatief; en daar zij helder van kleur en zeer zoet is van smaak, kon dit nog wel eens bij tegenspartelende onhandelbare patiënten te pas komen; de gift van 1 à 2 eetlepels is voor een volwassene.
Hoe onverwacht ook, schijnt het niettemin zeker, dat zij tevens op het organisme dezelfde werking uitoefent als de alcool eene dronkenmakende wel te verstaan, al is hare kracht dan nauwelijks de helft van die van den spiritus. Deze eigenschap, gevoegd bij haren vettigen, vollen, zoeten smaak, heeft sommige (en hun getal is tegenwoordig legio) heereu brouwers op het ongelukkig denkbeeld gebracht, glycerine te mengen onder het bier; zij slaan daarmeê vijf of zes vliegen in één klap: het bier ziet er beter uit, het smaakt beter, het blijft quasi kralen in 't glas, het is bedwelmender, het verzacht den scherpen, bitteren smaak van de hop (als ze deze er nog in doen) of anders van de gen[ti]aan, het yslandsche mos, het pierine zuur, de braaknoot, de quassia, de absinth, de tijdeloos, le aloë, de ossengal, enz. enz.: daarbij spaart let een heelen boel mout en, last not least, die er zich aan te buiten gaat heeft 's anderdaags geen beslagen tong met haarpijn - wat wilt ge nog meer?
Beste brouwer, meer wil ik niet; integendeel