Nationale tentoonstelling.
Dit paviljoen, dat ter linkerzijde in den hof van de Tentoonstelling heeft gestaan, in de nabijheid der gebouwen, die de schatten der oude kunst bevatten, heeft inzonderheid de aandacht der bezoekers getrokken: in de benedenverdieping bevond zich een smaakvol ingerichte kamer, een deur en drie vensters. Deze vensters waren zoo gemaakt, dat men ze door middel van eene samenstelling kon opschuiven, en de deur dan open zijnde, bevondt men zich als in de open lucht. Een trap voerde naar de eerste verdieping, waar men aan een open galerij kwam, die een tweede kamer omvatte. Deze kamer was met dubbele wanden, waarvan de tusschenruimte door middel van openingen in gemeenschap met de buitenlucht was. Dit stelsel van luchtverversching gaf van binnen een gelijkmatige temperatuur.
Deze fabrikanten zijn op de gelukkige gedachte gekomen om het salon van de verdieping in een donkere kamer te herscheppen. Verrassend waren de tafereelen en afbeeldingen, die zij door de samenwerking der verzilverde prisma's verkregen. De grasperken, de bloembedden, de sierlijke ge bouwen in de hoven der Tentoonstelling, de overheerlijke voorgevels, alles, tot zelfs de menigte die voorbijging werden teruggegeven op tafels tot dit doel wit geschilderd en dat alles vertoond zich in zijne kleur en gedaante gelijk het was.