[Nummer 3]
Trekpaarden aan de Maas.
Even als de mensch zijn ook de dieren, die veel met den mensch verkeeren, de huisdieren dus, aan allerlei lotsverwisselingen onderworpen. Ook deze hebben hunne rangen en standen, even goed als hunne meesters. Welk een onderscheid tusschen het gekoesterde en getroetelde schoothondje der adellijke dame en den trekhond van den kramer, die behalve dat hij dag op dag hard moet werken, dikwijls meer slaag dan eten opdoet; welk een hemelsbreed verschil tusschen den ranken jachthond, den onafscheidelijken gezel en den vriend zijns meesters, en den breedgeschouderden boerenhond, die aan zijn hok ge ketend het erf bewaken of den botermolen moet in beweging brengen. Maar hoevele honden ook, die zich eenmaal in de hooge gunst en de lekkerste beten van hunnen heer verheugden, moesten de grillen der wisselzieke fortuin ondervinden en vonden, van iedereen verlaten en verschopt, in eene eenzame plaats of op eenen mesthoop een ellendig einde.
trekpaarden aan de maas, naar p. van der vin.
Aan niet minder lotsverwisselingen staat het geslacht der paarden bloot; het edele renpaard van gisteren, welks naam op aller tong was, welks overwinningen door de telegraaf naar alle rich tingen werden overgeseind, welks roem door de wereldbladen verkondigd werd, zinkt heden af tot de weinig geachte klasse der omnibus of diligence-paarden, om morgen misschien aan den