Valkenswaard en de valkenvangst.
II.
Alvorens onze schets te vervolgen, meenen wij eenige aardrijkskundige en geschiedkundige bijzonderheden te moeten meêdeelen over het dorp, dat in vorige eeuwen eene schier europcesche vermaardheid had verworven.
Valkenswaard is eene schoone en welvarende gemeente met ongeveer 1350 inwoners; zij ligt twee uren zuidelijk van Eindhoven, aan den spoorweg Eindhoven-Luik en aan den straatweg van en naar dezelfde plaatsen, indertijd door Napoleon I aangelegd; het grenskantoor voor in- en uitgaande rechten met België is hier gevestigd. Valkenswaard is door uitgestrekte en wildrijke heidevelden omringd, de hoofdreden dat de valkenvangst er gedurende zoovele eeuwen met goed succes uitgeoefend is. Het is tegenwoordig eene nijvere gemeente met linnenfabrieken, sigarenfabrieken, eene lijmziederij, niet minder dan vijftien looierijen, enz. Een en ander geeft aan het dorp veel vertier, terwijl ook de boerenstand er over het geheel zeer welvarend is; bepaalde armoede wordt er niet gevonden. Ten zuiden van Valkenswaard ligt, op belgisch grondgebied, de beroemde abdij van Achel, in de wandeling de Achelsche kluis genoemd. Het dorp heeft een zeer schoon en uitgestrekt, met dubbele rijen boomen beplant marktveld, waarop zich de prachtige R.K. kerk bevindt.
Valkenswaard moet reeds zeer oud zijn. Men wil, dat dit dorp, 't welk toenmaals slechts uit enkele huizen zou bestaan hebben, te gelijk met het een uur meer noordwaarts gelegen dorp Waalre (oudtijds Waderlo) bij testamentaire beschikking van den H. Willebrordus, bisschop van Utrecht, aan de abdij van Epternach of Echternach geschonken is. Zeker is het, dat beide gemeenten aan deze abdij hebben toebehoord, welke er het recht van benoeming der pastoors bezat. Volgens de kroniekschrijvers droeg Valkenswaard voormaals den minder poëtischen naam van Varkenswaard of Varkensweerd. De naam oorsprong zou de volgende zijn: het eerste huis der gemeente, waarvan de plek nog aangewezen wordt, was een herberg, welke veel door reizende handelaars of kooplieden in varkens bezocht werd die er op hunne reizen steeds eenigen tijd verbleven. Die herberg was door een weide omringd en werd daarom Weerd op den dries (dries, gewestelijke uitdrukking voor weide) genoemd. Wegens de omstandigheid dat er dikwijls vele varkens gestald werden, verkreeg de woning later den naam van Varkensweerd, en toen er allengs andere huizen omheen gebouwd werden en een dorp verrees, ging de naam van de eerste woning op het geheele dorp over. In de archieven der gemeente Valkenswaard hebben wij daaromtrent niets kunnen vinden. J. Van Ouderhoven, ‘Beschrijving der Stad en Meierije van 's-Hertogenbosch,’ Amsterdam 1849, zegt dat het dorp nog in zijn tijd den naam van Varkensweerd droeg; dit schijnt echter niet juist te zijn, daar wij in documenten, uit het begin der zeventiende eeuw, op het raadhuis te Valkenswaard berustende, nergens dien naam aantroffen, wèl dien van Weerde, later - zelfs nog tot ongeveer de helft der achttiende eeuw - afwisselend den naam van Valikenswaerdt - (weerdt-,- waardt, enz.) en Valkenswaerdt.
De bevolking van Valkenswaard, die aan het voorvaderlijk geloof steeds getrouw is gebleven, heeft na de invoering der hervorming veel te lijden gehad van de onverdraagzaamheid der protestanten. De bewoners waren gedwongen zich naar Achel, aan de noordelijke grenzen van het