Valkenswaard en de valkenvangst.
Er was een tijd dat de valkenjacht tot de meest geliefkoosde vermaken van ridders en baronnen, van koningen en keizers behoorde. De prachtige stoet van fiere edellieden, waaraan ook jonkvrouwen zich aansloten, draafde door de vlakte, den schoonen gekuifden valk op de vuist, om den ranken reiger, de schuwe patrijs, den snelvoetigen haas, ook wel de vluchtende hinde machtig te worden - niet geveld door den gevleugelden pijl, nog minder door het moordend lood, maar opgespoord en opgejaagd door den vogel, die de onafscheidelijke gezel van de edele jagers was, door den scherpzienden en scherpgeklauwden valk, den lieveling van ridders en edelvrouwen.
Het was vooral in de middeleeuwen dat de valkenjacht bij al wat van edele geboorte was in hooge eer stond. Iedere vorst, elke ridder hield er zijne valkeniers op na, dat is lieden die met de africhting en verzorging der valken belast waren. Het was dan ook een wedstrijd tusschen de edellieden van dien tijd, wie de schoonste valken bezat, wie op het in dienst hebben van de vermaardste valkeniers bogen mocht; ja, valken en valkeniers waren zoo onafscheidelijk aan de adellijke burchten en de bedrijven der ridderschap verbonden, dat men schier geen zoogenaamden ridderroman kan ter hand nemen, of de valkenjacht maakt er een der toneelen van uit, of de valkenier speelt er een groote, dikwijls de heldenrol in.
In de middeleeuwen en ook nog later werd de valkenjacht in geheel Europa met voorliefde beoefend. Wij zegden reeds dat koningen en keizers haar als de meest geliefkoosde uitspanning beschouwden. Meer nog, in een tijd dat het schrijven over het geheel als eene den edelman onwaardige bezigheid beschouwd, en hoofdzakelijk aan de monniken in de kloosters overgelaten werd, meenden zelfs gekroonde hoofden het niet beneden zich de pen op te nemen en verhandelingen te schrijven over de valkenjacht en wat er meê in verband stond, - een voldingend bewijs voorzeker van de hooge eer, waarin te dier tijde deze bezigheid stond.
Door vorsten en edelen uit verschillende landen van ons werelddeel werden voornamelijk de noordbrabantsche valkeniers gezocht en als meesters in de kunst van het africhten en behandelen der valken beschouwd. En onder hen waren de valkeniers van het brabantsche dorp Valkenswaard het meest beroemd, zoo zelfs dat voorname edellieden soms verre reizen deden, om in het nederige heidedorp hunne valken te gaan halen en, zoo er gelegenheid toe was, een valkenswaardschen valkenier aan hun dienst te verbinden.
De uitvinding van het schietgeweer, dat langzamerhand zulk een volslagen omwenteling in de manier van oorlog voeren teweegbracht, en vooral van den hagel gaf ook het jachtvermaak mettertijd eene geheel andere richting. De valkenjacht begon veel van hare aantrekkelijkheid te verliezen, en veel minder algemeen te worden; toch werd ze, zelfs in de achttiende eeuw, in de meeste landen nog beoefend en bleven vooral te Valkenswaard nog vele valkeniers gevestigd, die daar ter plaatse hunne valken vingen en africhtten, om een goed gedeelte van het jaar, van hun kostbare vogels vergezeld, in dienst te treden van de edele jachtliefhebbers, zoowel buiten- als binnenslands.
De fransche omwenteling van 1789 met haar nasleep van oorlogen en beroeringen bracht het