Merkwaardigheden op het gebied van wetenschap, nijverheid en kunst.
INHOUD: - Een woord vooraf. - Het zonlicht bij nacht. - Eigengemaakt perkament-papier. - De ouderdom der sterrenkunde. - De maat der sterrenkundigen. - Een middel om kanten te wasschen.
Alvorens deze nieuwe rubriek te openen en naar wij hopen geregeld te vervolgen, meenen wij in korte woorden ons programma te moeten doen kennen. Het is ons doel, onder een zooveel mogelijk aantrekkelijken en bevattelijken vorm, onze lezers in kennis te stellen met de laatste uitvindingen en toepassingen op het gebied der wetenschap, kunst en nijverheid. Wij willen ons steeds op practisch gebied blijven bewegen, kortheid met duidelijkheid, het aangename met het nuttige trachten te vereenigen. Om dat doel te bereiken, roepen wij bij dezen de medewerking van belangstellenden en belanghebbenden in.
A tout seigneur tout honneur, zegt een fransch spreekwoord. Nu komt aan den vurigen, koesterenden en levenswekkenden hemelbol, dien wij zon noemen, wel de eereplaats der schepping toe. Daarom willen wij in de eerste plaats spreken van een of twee nieuwe uitvindingen, waarbij de zon de hoofdrol, zeggen wij de eenige rol speelt. Hoe zonderling het klinke, toch is het eene waarheid dat de stralen der zon niet slechts over dag, maar ook bij nacht hun licht kunnen verspreiden. Een voorwerp, dat door de zon verwarmd is, behoudt korter of langer tijd die warmte, welke zich van het door de zon beschenen voorwerp aan de omringende lichamen meêdeelt, ook nadat de vurige hemelbol in het westen ondergegaan is. Hetzelfde heeft met het licht der zon plaats, ofschoon slechts bij enkele lichamen op duidelijk merkbare wijze. Van zoodanige lichamen zegt men dat ze fosforiseerend zijn. Stelt men deze over dag aan het licht der zon bloot, dan slorpen zij gedeeltelijk het licht op, dat zij dan bij nacht als het ware teruggeven. Gedurende eenige uren verspreiden zij voldoende licht om niet slechts het fosforiseerend lichaam, maar ook de omringende voorwerpen te onderscheiden. Worden uu zekere voorwerpen met eene stof bestreken, welke gemakkelijk het zonnelicht in zich opneemt, dan kunnen zij, mits hunne oppervlakte groot genoeg is, bij avond en nacht de gewone lampen vervangen. Nu reeds bevinden zich lichtgevende lampen en uurwerken in den handel.
In de Society of arts te Londen zijn voor enkele maanden merkwaardige proeven genomen met verscheidene voorwerpen, door zekere verf of vernis, eene uitvinding van den Engelschman Balmain, lichtgevend gemaakt. Daaronder bevonden zich lucifersdoosjes, pendules, beelden, enz. De uitwerking moet verwonderlijk geweest zijn.
Practische toepassing heeft de nieuwe uitvinding reeds gevonden bij kolenmijnen en poeierfabrieken, waar het gebruik van kunstlicht altijd gevaarlijk is. Groote platen, met het vernis-Balmain bestreken en aan de zonnestralen blootgesteld, werden in de mijnen of fabrieken gebracht en straalden daar genoegzaam licht uit om binnen zekeren kring het lamplicht te kunnen missen. Er zijn eveneens reeds proeven genomen om de boeien en bakens op zee door de werking-Balmain bij nacht lichtgevend te maken - proeven, welke reeds met den besten uitslag bekroond zijn. Zelfs heeft men geheele schepen lichtgevend gemaakt - reusachtige drijvende bakens dus te midden van den Oceaan.
Een paar nuttige opmerkingen ten slotte. Als wij het dunne en vezelige papier van den tegenwoordigen tijd beschouwen - erger nog gebruiken - dan kunnen wij een zucht niet onderdrukken naar het sterke en prachtige perkament van den vroegeren tijd. Die tijd is echter voorbij en daarmeê het perkament. Eene navolging van perkament, zoogenaamd perkament-papier, kan intusschen ieder zelf vervaardigen: de werking is zeer eenvoudig. Men dompele een blad goed papier in eene oplossing van één deel water en zes deelen zwavelzuur, laat het er 5 seconden in, wassche het zorgvuldig af om ieder spoor van zuur te verwijderen en - het perkamentpapier is gereod.
Er zal wel geene wetenschap zijn, die zich op zulk een hoogen ouderdom mag beroemen als de sterrenkunde. De geschiedschrijver Fliavius Josephus verhaalt dat in zijn tijd door de Syriërs de overblijfselen van een zuil werden gevonden, waarop de nakomelingschap van Seth hare sterrenkundige waarnemingen had gegrift. In Egypte en Chaldea bespiedde men 700 jaren vóór Kristus reeds den hemel, en in het jaar 370 vóór onze tijdrekening leefden Eudoxius en Plato, die de eerste sterrenkundigen zijn geweest, van wier ontdekkingen men thans nog met vrucht gebruik maakt.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat de sterrenkundigen de algemeene lengtemaat, den meter, niet gebruiken kunnen om de eindelooze afstanden van de sterren onderling in cijfers te brengen, dewijl enkele getallen daarvan onuitspreekbaar zouden worden. Zelfs den kilometer (1600 meters) en andere maateenheden schieten daarbij te kort, waarom men zijn toevlucht heeft genomen tot een andere maat, die voorgesteld wordt door het getal 308.000, of 308.000 kilometers, zijnde de lengte der baan, die het licht in eene seconde doorloopt.
Het zou niet galant zijn reeds bij ons eerste optreden onze lezeressen te vergeten. Dus, om te eindigen, iets voor haar, een middel namelijk om door het gebruik geel of vuil geworden kantwerk hunne oorspronkelijke witheid te hergeven. Daartoe behoort de kant met een warm ijzer gestreken, vervolgens opgerold en in een kleinen zak van fijn linnen genaaid te worden. Deze zak wordt gedurende 24 uren in zuivere olijfolie gedompeld, en vervolgens 15 minuten lang in zeepsop gekookt. De zak wordt dan in lauw water afgespoeld en in stijfselwater gedompeld. De kant wordt ten slotte uit den zak genomen en met spelden vastgehecht om te droogen. De zuivering is daarmeê afgeloopen en de kant helder en wit, alsof zij pas uit den winkel kwam.