uiterste brengt, verdedigen zij zich dapper met den bek, de vleugels en de pooten. Anders is de struisvogel een onschadelijk dier, dat zich over 't algemeen slechts met voortbrengselen uit het plantenrijk voedt. Somtijds echter verslindt hij ook kleiner gevogelte.
Zijn maag moet bijzonder sterk zijn, want men heeft bevonden, dat hij hout, steenen, ja zelfs ijzer kan doorzwelgen, zonder daarvan eenig ongemak te gevoelen.
Hoe vreesachtig en wild de struisvogel in zijn natuurstaat zijn moge, is het toch geenszins onmogelijk hem te temmen. In Afrika verstaat men de kunst, er een soort huisdier van te maken en hem tot het berijden af te richten in welk geval hij gemakkelijk en met groote snelheid, met een volwassen mensch op den rug voortloopt.
Zeer veel wordt de levende struisvogel naar Europa overgebracht; in de zoölogische tuin van Antwerpen leeft dit dier voortreffelijk.
De struisvogel wordt door vele voor dom gehouden. De blijkbare stompheid zijner zintuigen, in 't bijzonder van reuk en smaak, heeft er zeker veel toe bijgedragen om hem dien naam te bezorgen, en zoo geheel ongegrond moet de beschuldiging ook niet zijn, als men aanneemt dat hij, gelijk men beweert, den kop somtijds tusschen de vleugels steekt, wanneer hij vervolgd wordt, in het dwaze gedacht dat als hij zijne vervolgers niet ziet, deze hem ook niet kunnen bespeuren.
Overigens is het dier voor den mensch van velerlei nut. De Hottentotten en andere afrikaansche volken eten zijn vleesch, dat evenwel tamelijk taai moet zijn, als lekkernij. Zijne huid is sterk en wordt tot een soort leêr bereid, en zijne eieren, die de grootte van eene kleine pompoen hebben en 3 à 4 KG. wegen, leveren een goed voedsel op. Het wijfke legt een tamelijk groot aantal eieren; zij is echter alles behalve zorgzaam in het uitbroeien. Niet zelden toch verlaat zij ze en dan tracht zij ze wel weêr terug te vinden, doch wijl zij zich daarbij dikwijls vergist, broeit zij menigmaal de eieren van een ander uit. Ofschoon derhalve de struisvogel in veêren en gestalte niet ongelijk is aan den ooievaar, verschilt hij in teedere zorg voor zijn kroost zeer veel van dezen.