's Krijgsmans vadervreugde.
Het onderwerp dezer gravure, de vadervreugde van den krijgsman, voert ons terug naar eeri ver verleden tijd. Niet dat er tegenwoordig geen krijgsmans-vadervreugde meer zoude worden ge- smaakt, maar helm en maliënkolder en lichamen van zes voet zijn verdwenen.Onze krijgslieden zijn zoo sterk en reusachtig niet meer gebouwd als vroeger, en hunne bewapening is zoo zwaar niet meer als voorheen. Den krijgsman op onze gravure kunnen wij gerust terugbrengen tot de middeleeuwen of tot het begin van den nieuweren tijd, den tijd der lansknechten en der vuurroerdragers. Hij zal ten oorleg uitrukken; voor een gedeelte is hij reeds gewapend; zijne overige uitrusting ligt gereed; den korten tijd, die hem nog overig is, wil hij aan de genoegens van het huiselijk leven wijden. Zijn eenigen zoon, het evenbeeld des vaders, dien hij later zijne wapenen en zijn moed zal vermaken, heeft hij op den arm, zich spiegelend in de teedere trekken van den kleine. Het kruisbeeld siert den wand en hangt daar als een bewijs, dat het zwaard slechts zal getrokken worden voor een rechtvaardige zaak.