Zonderlinge begrafenis-plechtigheden.
Bij de oudste bewoners der Oostzee-provinciën was he gebruik in voege, dat men ziekelijke en gebrekkige menschen zonder meer dood sloeg of op eene andere wijze van kant maakte, terwijl zwakke grijsaards door hunne nabestaanden in een kussen geworgd werden.
Wanneer er iemand stierf, zette men hem midden in een kring van genoodigde gasten op een stoel, en ter eere van den doode dronk het gezelschap dan met den meest mogelijken spoed een grooten bak vol bier leêg. Vervolgens werd een treurlied aangeheven, waarbij de afgestorvene de opdracht kreeg, in de andere wereld de vrienden en bloedverwanten der aanwezigen te groeten, en als deze plechtigheid afgeloopen was, werd hij naar een brandstapel gedragen om daar tot stof weder te keeren.
Was de overledene eene vrouw, dan gaf men haar eene naald in de hand, opdat zij gedurende hare reis naar den hemel, die zeer ver uit de buurt moest liggen, kleêren zou kunnen verstellen. De mannen werden voorzien van een zwaard en kregen bovendien een geldstuk om onderweg een slokje te kunnen nemen.
Terwijl de afgestorvene naar den brandstapel gebracht werd, gingen eenige mannen vooruit die met lange zwaarden door de lucht kapten ten einde de booze geesten te verjagen. Bij de verbranding van voorname opperhoofden sprongen hunne trouwste dienaars mede in het vuur en eveneens liet zich niet zelden de vrouw met den man verbranden. De vrienden en buren wierpen geld op den brandstapel, insgelijks met het doel om de scheidende ziel een teerpenning meê te geven.
Toen met de invoering van het Kristendom, in de tiende eeuw, de lijkenverbranding verboden werd, gaf men den doode een brood en een kan bier meê in het graf, en als de vrouw geen lust had den dood van haar man te beweenen, huurde zij daartoe eenige vrouwen, die het dertig dagen achtereen moesten doen. Ook had er toen een zoogenaamd lijkmaal plaats, welk gebruik tot op dezen dag in vele dorpen in voege is gebleven; zulk een maaltijd eindigde met een algemeene dronkenschap en men rekende dan ook een ton bier en dertig maten brandewijn voor elke tien man.