Opium-rookers.
Bij gebrek van geestrijke dranken, bedwelmt de Chinees zich door het rooken van opium. Dit laatste gebruik is echter niet zeer oud: het was in 1740 dat twee engelschen, hun naam is met geen aureool omringd, de eerste opium invoerden en nu, op dit oogenblik, mag men zeggen dat het gebruik van dit heilloos fabrikaat, in China schier algemeen is. In 1800 beliep de invoer ongeveer 320 000 kilo's; vandaag is deze tot 6 à 7 millioen kilo's gestegen en men vergete niet dat men in China, op breede schaal een papaver verbouwt, die een soort van opium levert, welke echter, door de aanzienlijke hoeveelheid narcotine en morphine die zij bevat, veel schadelijker werkt dan de opium zelve.
De prijs van deze laatste stof is gering en valt dus onder het bereik der werkende klas, die er een ruim gebruik van maakt.
In een onlangs verschenen artikel heeft een reiziger, wetenswaardige bijzonderheden over het verbruik van opium bekend gemaakt. Deze wordt, om goed brandbaar te zijn, voorafgaandelijk van de houtachtige deelen ontdaan, zoodat zij eene taaie siroop vormt en eindelijk eene harde zelfstandigheid wordt.
Om eene pijp te stoppen heeft men 10, 12 à 15 gram noodig. Men geeft aan die hoeveelheid den vorm van een bol en steekt er het vuur aan bij middel eener lamp. De opium brandt zeer snel. De 15 gram branden slechts eenige oogenblikken en geven den rooker ongeveer een 25 à 30tal trekken. De bedwelming vangt alsdan aan. Hoe meer men rookt, hoe meer men wil rooken en er zijn Chineezen die wel 150, ja 200 gram verdampen. Dat de dood hun in dat geval alsdan spoedig aangrijpt, is licht begrijpelijk.
Ofschoon de doodstraf tegen den opiumrooker is uitgesproken, begint zoo niet ieder Chinees dan toch de overgroote meerderheid, op zijn 18e of 19e jaar te rooken. Dat echter is geen regel, want even als wij jongens van 8 à 10 jaar met de cigaar tusschen de voorste vingers zien, stopt de chineesche jongen ook op dat jaar zijne pijp met opium, indien hij deze laatste machtig kan worden. Trots het keizerlijk besluit, rookt iedereen - de keizer zelf - uitgenomen de vrouwen - de vrouwen van lage zeden echter dampen zoo erg als de mannen - en de middelstand, die nog vrij wel van de plaag bevrijd blijft.
Peking heeft zelfs openlijk winkels waar opium gerookt wordt, doch deze worden alleen door de geringe klas bezocht; de welhebbende heeft thuis prachtige en weelderige rookvertrekken, niet zelden met ontuchtige beelden en schilderijen versierd, en geeft zich niet openlijk aan het verdierlijkend rook vermaak over. De rook winkel van den geringen man is niet anders dan eene lange zaal, met lampen verlicht (om de opium aan te maken);