De kleur van vogels en gewassen.
Men beeft lang gemeend dat de vogels der tropische gewesten met veel schitterender kleuren zijn uitgedost dan hunne natuurgenooten in de meer gematigde luchtstreken, omdat de zonnestralen daar feller licht verspreiden. Sedert eenigen tijd begint men van die meening terug te komen en is men gaan inzien dat het verschijnsel slechts denkbeeldig is, terwijl de dwaling daaraan moet toegeschreven worden, dat de warmere gewesten rijker met vogels gezegend zijn en het daarom ook natuurlijk is dat men er meer schoon gekleurden onder vindt. Dat het licht op hun tinten weinig invloed uitoefent, blijkt hieruit, dat men in de keerkringslanden juist een aantal schitterend gevederde vogels aan treft op plaatsen waar veel schaduw en de lucht meestal bewolkt is.
De kleuren van dieren en planten zijn overigens niet afhankelijk van het toeval; talrijke voorbeelden wijzen op doel en orde bij het schijnbaar nietigste in de schepping. Het is b.v. algemeen bekend, dat sommige insecten en andere diersoorten eene kleur aannemen en die verwisselen naar gelang van hunne omgeving. Zeer belangrijke proeven zijn dienaangaande genomen, en deze hebben ook tot de ontdekking geleid dat de dieren welke deze eigenschap bezitten, haar verliezen wanneer zij blind worden.
Dikwijls - en dit is zeer merkwaardig - dient de kleur der dieren hun tot bescherming of als herkenningsteeken. Zoo heeft men in de keerkringslanden verschillende soorten van vlinders die een geliefkoosde lekkernij zijn voor apen en andere gastronomen uit de viervoetige of gevleugelde wereld. Van den anderen kant vindt men er ook die zeer onaangenaam smaken en dientengevolge door de liefhebbers versmaad en zelfs met afschuw weggeworpen worden indien zij zich een enkele maal laten verleiden een dezer vlinders te vangen. De natuur zorgde echter dat deze vergissing niet dikwijls kon plaats hebben door hen een zeer langzame vlucht te verleenen, zoo dat de bijzonder schitterende kleuren waarmeê zij hen sierde, meestal tijdig genoeg door de lekkerbekken kunnen herkend en vermeden worden.
Het licht heeft meer invloed op de planten dan op de dieren. Ook van sommige gewassen kan men zeggen dat de kleur hen beschermt; het merkwaardigst verschijnsel in dit Opzicht is de ‘Mesembryanthemum saxonum’ van de Kaap de Goede Hoop, welke bijna niet te onderscheiden is van de rotsachtige steenen waartusschen zij groeit en Waardoor zij aan de aandacht en de begeerlijkheid van het grazende vee ontsnapt.
De schoonst gekleurde bloemen vindt men op de Alpen, in de vlakten bij de Kaap de Goede Hoop, in Australië en vooral in de noord-amerikaansche prairieën. Bijzonder opmerkelijk is het, dat de bloemen, waarin het stuifmeel door den wind wordt overgebracht, de mirst in het oog vallende kleuren hebben, terwijl de schoonst gekleurde bloemen op de hooge Alpen uitsluitend door toedoen van de vlinders, en de bloemen in de