Herculische mannen.
Ten allen tijde zijn er enkele bevoorrechte mannen geweest die de gemiddelde koacht van den mensch verre overtroffen. Om van Samson te spreken, wij weten uit de oude geschiedenis dat de Griek Milo met de bloote vuist een os neêrsloeg en hem daarna op zijne schouders wegdroeg. Firmus, die onder de regeering van keizer Aurelianus in Seleucia geboren werd, kon verdragen dat men ijzer smeedde op een aanbeeld dat op zijn borst lag, en hij vormde daarbij met zijn lichaam een boog, terwijl slechts zijne handen en voeten hem tot steun dienden.
Ook tegenwoordig vertoonen zich nog nu en dan, op kermissen en jaarmarkten, athleten die soortgelijke kunststukken uitvoeren. In de tweede helft der vorige eeuw liet zich in de voornaamste steden van Europa een man van verbazende spierkracht zien die schier ongeloofelijke dingen verrichtte. Terwijl hij op een stoel zat, met den rug tegen den muur en de voeten op den grond, waren twee sterke paarden niet bij machte hem van zijn plaats te trekken. Als Firmus in de oudheid, legde hij zich zoo op den grond dat zijn lichaam den vorm had van eenen boog en liet alsdan op zijn onderlijf een steen van anderhalven voet lengte en een voet breedte met een ijzeren hamer aan stukken kappen. Ook ging hij op een hoog vlak staan en hield door middel van een om zijn middel gewonden koord een groot kanon vast, waaraan twee paarden veel te trekken hadden. Evenzoo wist hij een plat stuk ijzer met de bloote hand tot een schroef te draaien. Bij deze verrichting komt het echter wellicht nog meer op behendigheid dan op lichamelijke kracht aan. De man die al dit wonderlijks te aanschouwen gaf, droeg den naam van Eckeberg en was een Duitscher van geboorte.
Ook een Engelschman, met name Topham, verdient vermeld te worden. Deze rolde tinnen telloren als pakpapier op en wikkelde een haardplaat van drie voet in het vierkant om zijn naakten arm om die Vervolgens in een rechten hoek te buigen. Een zelfde plaat sloeg hij als een wollen sjerp om zijn hals en gaf ze daarna haar oorspronkelijken vorm terug. En om dit alles te bekronen, nam hij haar tusschen de tanden en hield haar zoo een geruimen tijd, terwijl er een tafel met een gewichtsteen van vijftig pond aan hing.
Ook de middeleeuwen hadden op vele herculische mannen te wijzen, en in die tijden waren zij, zoo als men denken kan, vooral in de machtige ridderburchten te zoeken. Als de laatste vorst die zich door bijzondere lichaamskracht onderscheidde moet nog August de Sterke, koning van Polen, genoemd worden. Deze brak zonder veel moeite een hoefijzer, draaide dikke staven als ijzerdraad ineen en hield met uitgestrekten arm een trompetter bij de borst vast.