De H. Vincentius à Paulo en de galeislaaf.
Het leven van den H. Vincentius à Paulo, dien grooten weldoener der menschheid, is overrijk geweest aan daden van ongeveinsde naastenliefde en zelfopoffering. Een der meest bekenden heeft den franschen schilder L. Bonnat het onderwerp geleverd voor een doek dat zeer meesterlijk geslaagd mag heeten en waarvan wij een gravure geven.
Vincentius à Paulo was niet lang te voren door Lodewijk XIII tot algemeen aalmoezenier van de fransche galeien benoemd, toen hij naar Marseille ging om zijn ambt te vervullen. Hij besloot het incognito te bewaren, eensdeels om de eerbewijzingen te vermijden welke aan zijne waardigheid verbonden waren, anderdeels om zich des te beter omtrent den staat van zaken op de hoogte te kunnen stellen. Terwijl hij over de galeien heen en weêr liep, werd hij een gevangene gewaar die meer dan iemand zijner lotgenooten scheen te beseffen in welk een jammerlijken toestand hij verkeerde, doch tevens ook met meer geduld en gelatenheid zijn straf leed. Vooral smartte het hem dat door zijn afwezigheid zijne vrouw en kinderen in de diepste ellende gedompeld waren. De H. Vincentius overlegde gedurende eenige oogenblikken bij zich zelven welk middel hij zou te baat nemen om het lot van den ongelukkige te verzachten. In de vurigheid zijner kristelijke liefde besluit hij tot eene daad als waartoe slechts een heilige bekwaam kon zijn. Hij nadert den officier die het toezicht had over de afdeeling, en vraagt op dringenden toon vergunning in de plaats van den misdadiger te mogen treden. De voorslag werd aangenomen en Vincentius liet zich den ketting aandoen die den man drukte wien hij de vrijheid bezorgde. Het spreekt van zelf dat toen men hem herkende - hetgeen echter, dank zijne goede voorzorgen, eerst eenige weken daarna geschiedde - hij van zijne boeien verlost en op vrije voeten gesteld werd.