De Gilden in China.
In elke voorname stad van China vindt men onderscheidene gebouwen van grooten omvang die onder de bezienswaardigheden der plaats gerekend worden en den reiziger onder den naam van ‘Gilden’ bekend zijn. De vreemdeling bezoekt ze, verwondert zich over de groote hoeveelheid bladgoud waarmede tot zelfs de kleinste ruimte bedekt is, ziet verbaasd naar de reusachtige afgodsbeelden en roemt het zeldzaam snijwerk waarmede zij prijken. Gewoonlijk echter ziet hij de kostbare reliquieën over 't hoofd, waaraan zelfs de Chineezen de grootste waarde hechten, namelijk de door een of andere beroemdheid geschilderde of geschreven schetsen en schrifturen. De buitenlandsche. kooplieden beschouwen deze gebouwen met een zekeren eerbied, want den invloed welken de daardoor vertegenwoordigde instelling op iederen tak van handel uitoefent, hebben zij maar al te dikwijls ondervonden.
Zij zijn op de volgende wijze ontstaan.
Wanneer een voldoend aantal kooplieden uit een provincie zich in een grootere handelsplaats bevindt, dan vereenigen zij zich en vormen een gilde. Vooreerst wordt een algemeene inschrijving geopend; men koopt een geschikt bouwterrein en maakt het noodige gebouw. Dan worden de statuten ontworpen en het tarief der goederen vastgesteld waaraan de vereeniging hare inkomsten ontleenen zal.
Iedere tak van den groothandel heeft meestal zijn eigen gilde; gemengde vereenigingen komen zelden voor. Het is de plicht der leden in het algemeen om er voor te waken dat ieder afzonderlijk naar verhouding van de hoeveelheid waren die door zijne handen gaat, aan de kas betaalt, en de boeken van hen die van ontrouw worden verdacht, worden dikwijls plotseling en zonder eenige voorafgaande waarschuwing onderzocht.
De gilde beschermt zijne leden tegen alle misbruiken, daar het de schuldigen bedreigt met gerechtelijke vervolging, wat geen op zich zelf staande koopman zou durven; en die bedreiging is niet ijdel, maar wordt zelfs tegenover de aanzienlijkste mandarijnen ten uitvoer gebracht.
Overigens gaan die gilden tegenover hun eigen leden met de meeste gestrengheid te werk; zij weigeren niet alleen een slechte zaak te ondersteunen, maar maken ook eerlijkheid en rechtschapenheid in den handel tot wet.
Er worden hun menigmaal lastige vragen op juridisch gebied, zoomede op zedelijk terrein gesteld, zoo dat een gilde tevens een soort gerechtshof vormt. Daarbij moeten zij den marktprijs van allerlei koopwaren vaststellen, en wee hem die zich verstout ze beneden den bepaalden prijs te geven of op andere wijze tegen de statuten van de gilde te handelen. Is dit het geval, dan wordt hij uit de gilde verwijderd, en al mocht hij nog zoozeer hulp noodig hebben, geen hand zou zich uitstrekken om hem voor het scherpe zwaard der gerechtigheid te vrijwaren. Heeft hij echter, zoo als bijkans altijd geschiedt, berouw over zijn trouweloosheid, dan wordt hij overeenkomstig de statuten gestraft.
Dit gaat aldus in zijn werk:
Op een groot blad rood papier worden zijn naam, zijn adres, het misdrijf waaraan hij zich heeft schuldig gemaakt, en de boete, hem door de gilde opgelegd, vermeld. De boete bestaat meestal in een diner waarop alle leden genoodigd worden en dat op een bepaalden dag, in verband met een tooneel-voorstelling, gegeven wordt.
Na dit zoenoffer treedt de verloren zoon weder in het genot van alle rechten en voordeelen, die hij anders onherroepelijk zou verbeurd hebben.
Op zekere dagen, zoo als op het jaarfeest van den schutspatroon, worden er voor rekening van de gilde groote feesten gehouden, waarbij gehuurde troepen op het tooneel, dat elk dier vereenigingen bezit, voorstellingen geven. Den heelen dag duren die vermaken, en zoodra het donker wordt, verlicht men op tooverachtige wijze het gansche gebouw met ontelbare papieren lampions. Het aantal gasten neemt onophoudelijk toe; de eene klucht volgt op de andere, zonder dat de spelers zich een oogenblik rust gunnen, en geurige, warme dranken dragen er toe bij om de feestelingen in de meest opgewonden stemming te brengen. Vóór middernacht is echter alles verstomd, en het kolossale gebouw staat daar weêr even somber en eenzaam als altijd.
Ieder koopman heeft het recht zich aan te sluiten bij de vereeniging die zijn bijzonderen handel vertegenwoordigt, zonder dat hij hoeft ingeschreven of geballoteerd te worden. Bij de intreê is het gebruikelijk iets tot den inboedel van de gilde bij te dragen, als bij voorbeeld eenige nieuwe gaslampen of eenige handschriften van waarde - kortom, een of ander voorwerp dat tot nut of sieraad dient.
Geraakt een lid der vereeniging in geldnood, dan wordt hem - zelfs bij twijfelachtige zekerheid - het benoodigde gegeven, en sterft hij in behoeftige omstandigheden, dan betaalt de vereeniging de kosten eener eerlijke begrafenis.