Een aardige legende over een brug.
Te Frankfort ligt over de rivier de Maine een oude brug, waaraan een legende verbonden is, welke wij een plaatsje in onze kolommen niet onwaardig rekenen.
Men verhaalt namelijk dat de aannemer van die brug, ziende dat hij op den bepaalden tijd met het werk niet gereed zou kunnen zijn, in zijn angst voor de gevolgen die deze tekortkoming voor hem zoude hebben, het besluit vormde om de hulp des duivels in te roepen, want in den goeden ouden tijd waarop wij het oog hebben, was satan een persoon van gewicht, die in netelige omstandigheden veel gezocht werd.
Het is bekend dat de duivel zijne vrienden zelden in den steek laat, en hij beloofde dan ook den brugbouwer, hem uit zijn verlegenheid te zullen redden, doch op ééne voorwaarde. Terwijl hij zich verbond om te zorgen dat het werk nog vóór den bepaalden tijd voltooid was, eischte hij als loon voor zijn dienst niets meer dan dat het eerste levend wezen dat over de brug zou gaan, hem zou toebehooren.
De duivel maakte het contract op en de bouwmeester onderteekende het met zijn eigen bloed, gelijk het gebruik was. Op den gestelden dag was de brug gereed, en satan kwam zijn belooning vragen.
Ditmaal echter bleek het den ouden zwarten sinjeur dat hij nog niet slim genoeg was, want de contractant paste wel op dat geen zijner goede medeburgers het eerst de brug overtrok en zoodoende zijn leven en zijn ziel verbeurde; om dit te voorkomen liet hij een levende haan er over jagen en in de macht des duivels vallen. Deze was natuurlijk zeer nijdig en verbeet zich van spijt dat hij het contract in zoo onduidelijke bewoordingen had opgesteld.
De gevolgen van zijn woede bleven niet uit, want na het onschuldige dier met woest geweld verscheurd te hebben, begon hij uit al zijn macht aan de brug te trekken en te stooten, zoo dat ten laatste een boog er van ineen stortte. Meer scheen hij er echter niet aan te kunnen verwoesten, want de brug bleef verder onbeschadigd en daar zij, volgens de voorwaarden van aanneming, eerst eenige dagen later voltooid hoefde te wezen, had de bouwmeester nog den tijd om haar te herstellen en kon daardoor toch aan zijn verplichtingen voldoen.
Diegenen onder onze lezers die Frankfort bezocht hebben, zullen zich na het bovenstaande rekenschap kunnen geven van de omstandigheid dat deze brug met een zwaar vergulden haan prijkt. Ongetwijfeld heeft men daardoor het arme beest willen eeren dat den boozen geest in handen geleverd werd.