die prachtige gebouwen, kerken, standbeelden, wit als marmer en zuiver als kristal, allen van suiker opgetrokken. Het is zonde voor de fraaie en kunstrijke voorwerpen, dat ze eenmaal door de keel moeten. Maar wat gaat er al niet door de keel! Menig verkwister jaagt er zijn prachtigste buitenplaats, ja zijn geheel fortuin door.
Geen wijsbegeerte. Weêr op weg en heel wat overgeslagen, wat anders de moeite eener beschrijving wel loonde. Deze afdeeling mogen wij echter niet onopgemerkt voorbijgaan, - die der fransche modes. Welke wijsgeerige bespiegelingen zou ik hier kunnen maken, zoo ik den tijd had en ik wist dat zulks helpen kon. Daar het een en ander echter niet het geval is, vergenoeg ik mij met te zeggen, dat het er hier prachtig en... verleidelijk uitziet. Al die kasten opgevuld met de schitterendste stoffen, de kostbaarste kantwerken, de meest fantastische hoeden, de grilligste patronen, de onwaarschijnlijkste kleedsels en sleepen. De kleedsels en sleepen vooral; het witte satijn opgelegd met de kostbaarste bloemen, met de heerlijkste vogels, wier lichaam van goud en wier vleugelen van edelgesteenten zijn, - de stof mag vijfhonderd franken de meter gelden, en de tunique, de ruischende volants, de eindelooze sleep vragen gewis een vijftigtal meters voor een afgewerkten japon, zoo als men hier ziet hangen. Eene dame met zulk een kleed aan draagt een burgerfortuintje met zich om. En zoodanige dracht is lastig, ondragelijk zoo ge wilt, maar ze is kostbaar: vraagt de mode naar meer? Wie zou zulk een kleed willen dragen zoo het geen geld kostte?...
Een geheel andere vertooning: een zaal met optische instrumenten; microscopen, stereoscopen, telescopen en tal van ‘copen’ meer. Welk een buitenkansje voor den natuur- en sterrekundige! Het is om zelfs een Musschenbroek te doen watertanden. Wilt ge echter iets goeds koopen, ge moogt wel eene goed gevulde beurs hebben. Zoo ge die lens van 72 c.M. in doorsnede met goudstukken wildet bedekken, ze zou niet betaald zijn: men vraagt er u niet minder dan 20.000 franken voor.
Hier bevinden we ons in de afdeeling Meubelen. Welk een rijkdom, welk een weelde! Hoe zacht zijn die kanapees, rijk verguld en met zijde en fluweel overtrokken; hoe prachtig zijn de tafels, ingelegd met goud, ivoor of geschilderd porselein, hoe weelderig zijn die kasten in de kostbaarste houtsoorten, stijl Louis XIV en andere Lodewijken; hoe glanzen die rijk vergulde piano's u tegen, alle voorwerpen welke men slechts in het paleis van den vorst of de woning van den millionair kan terug vinden.
Een weinig verder komen we aan de afdeeling kristal- en glaswerk - een waar tooverpaleis; hoe schitteren die reusachtige kroonlampen in alle kleuren van den regenboog; het lijkt wel of al die armen welke zich slingerend langs alle zijden verheffen, diamanten slangen zijn, van wier kronkelend lichaam fonkelende paarlen neêrhangen. Langs de wanden der zalen verheffen zich piramiden van de ongelijksoortigste voorwerpen, allen door gelijkheid van grondstof vereenigd. En die reuzenspiegels, met hunne glad gepolijste randen, die de voorwerpen bijna even zuiver terugkaatsen als het glas zelf! Wat reuzenzalen zijn er noodig om zoodanige spiegels te bevatten, onder welke wij er een aantreffen, die niet minder dan 6.45 meter hoog en 4.11 meter breed is; het glas heeft eene dikte van 11 millimeter.
Wederom eene andere vertooning; de afdeeling Kinderspeelgoed, het beloofde land voor het kleine volkje. Wat de fántasie bedenken kan - sprekende en loopende poppen, miniatuur-locomotieven die wezenlijk door stoom in beweging worden gebracht, winkels, opgevuld met honderderlei waren, in één woord de compleete inventaris van de groote wereld - in het klein voorgesteld - vindt ge hier vereenigd. Wilt ge een volledig ameublement voor uwe kinderen - de keuze is ruim. Hier is er een, dat u ongetwijfeld bevallen moet: niets ontbreekt en alles is even smaakvol ingericht. De kanapee, eenige decimeters lang, bestemd om tot rustplaats te dienen voor eene aardige pop, is uit ebbenhout gesneden en met een gebloemd fluweelen kussen overtrokken; de rijke leunstoelen lokken u aan en zouden een Lilliputter-millionair geen oneer aandoen; hetzelfde is het geval met de tafel in mozaïek, de weelderige commode en wat er verder bij een volledig ameublement behoort. Maar het verwondere u niet, dat men voor dit kinderspeelgoed meer geld vraagt dan al de meubels, in een burgerhuis bijeen, kosten zouden.
Kom, nog even een kijkje genomen in de afdeeling, waar Sèvres en de Gobelin-fabriek hunne producten uitgestald hebben. Langs de wanden hangen de wereldberoemde voortbrengselen dezer laatste fabriek, met hunne onvergelijkelijke kleurschakeeringen en kunstrijke weefsels. Zij stellen allerlei beelden en groepen voor, genomen uit de gewijde en de ongewijde geschiedenis; alles is even frisch en iedere voorstelling is een meesterstuk.... van schilderkunst hadden wij haast gezegd. Hoe ver het ook andere landen in dezen tak van nijverheid gebracht hebben, aan Frankrijk komt ontegenzeggelijk de eerepalm toe. Men vindt op het Marsveld Gobelins, die 7.5 meter lang en 6 meters breed zijn, maar die dan ook duizenden franken kosten.
Schitterender nog, ten minste meer in het oog vallend, is het fransche porselein. Sèvres moge zijne kunst van de Chineezen en Japaneezen afgezien hebben, het is zijne leermeesters sedert lang over het hoofd gegroeid; die borden en schotels, vooral die vazen zijn onvergelijkelijk schoon. Welke schitterende kleuren, zacht samensmeltende op den melkwitten of donkerblauwen achtergrond. Hoe fijn zijn die teekeningen, kunstwerken in den waren zin des woords, zoo dat men het schier zonde rekent, dat die heerlijke groepen en tooneelen op zulke broze grondstof als het porselein zijn aangebracht Men ziet er vazen, die meer dan twee meters hoog zijn en gansche tooneelen uit de geschiedenis of de fabelleer voorstellen. Een enkel dier vazen vertegenwoordigt een burgerfortuin; een baldadige hand kan hier in een oogenblik schatten zoek maken.
Met dit vluchtig bezoek aan de fransche afdeeling sluiten wij onze schetsen; trouwens al de wonderen der parijsche wereldtentoonstelling zijn reeds lang naar hunne oorspronkelijke plaats van afzending teruggekeerd, ten minste voor zoover ze geene koopers gevonden hebben. En hiermede nemen we afscheid van eene expositie, die thans tot het verleden behoort, die uit het oogpunt van kunst, nijverheid en handel gewis vruchten afgeworpen, maar ook vele illusiën vernietigd heeft. De tegenwoordige Regeeering van Frankrijk heeft er uit kunnen leeren, dat de gekroonde hoofden zich lang nog niet met de republiek verzoend hebben, want, de schach van Perzië buiten rekening gelaten, heeft geen enkel regeerend vorst de expositie bezocht; de schatkist verliest er een aantal millioenen bij, terwijl Parijs er evenmin bij gebaat is geweest; met uitzondering toch van enkele gelukkigen - hotel-, restauratie- en magazijnhouders, enz. - heeft de parijsche bevolking dieper dan ooit in den zak moeten tasten, daar wegens den grooten toevloed van vreemdelingen de prijzen der levensmiddelen ontzaglijk duur waren. Wij zwijgen van de ergerlijke congressen en bijeenkomsten naar aanleiding der tentoonstelling op het Trocadero gehouden, waar Kristendom en geschiedenis gelijkelijk geweld werden aangedaan; wij zwijgen van de duizenden teleurgestelden, die als exposanten hunne verwachting op eene schitterende onderscheiding zagen verdwijnen; van de grievende miskenningen, waarvan, merkwaardig genoeg, de anti-republikeinschgezinde inzenders veelal het slachtoffer waren, van de ergerlijke praktijken met de zoogenaamde nationale loterij, - bedenken wij dat Frankrijk op dit oogenblik een republikeinschen regeeringsvorm heeft, dat de radicalen in het land den baas spelen, en abuizen, miskenningen, knoeierijen op groote schaal dus niet konden uitblijven.
J.A.V.