aan elkander grenzen. Oostenrijk-Hongarië neemt er niet alleen eene ruime, maar ook eene uitstekende plaats in; zijne inzendingen trekken het oog der nieuwsgierigen en der kenners; er is verscheidenheid en rijkdom en alles heeft zijne rechte plaats ontvangen; de Oostenrijkers hebben dan ook in hunne eigene hoofdstad de moeielijke kunst van het etaleeren kunnen afzien, - eene kunst, waarin menig land bij hen een lesje kan nemen. In den grond der zaak is men er niet minder om, maar op eene wereldtentoonstelling is het een ander geval. Wij spraken echter over Oostenrijk en zegden, dat dit land alles op de voordeeligste wijze heeft doen uitkomen. De beroemde Weener-artikelen - niet te verachten concurrenten van die van Parijs - lokken aan door hunne weelde en verscheidenheid, even als de voortreffelijke collecties zilveren voorwerpen en het boheemsche glaswerk. Bezienswaardig zijn eveneens de nationale kostumen; een Rijk, uit zoovele ongelijksoortige bestanddeelen samengesteld - Duitschers en Hongaren, Polen en Tyrolers, Dalmatiërs en Bohemers - moet er noodwendig even zeker eene hoogst belangwekkende, maar uit het oogpunt der nationale eenheid minder wenschenswaardige verzameling van kunnen aanbieden. Daar wij echter nog veel te zien hebben, kunnen wij ons met die nationaliteiten niet verder ophouden en gaan verder, na nog een blik geworpen te hebben op de prachtige piano's, de nette navolgingen van saksisch en delftsch aardewerk, de schoone kerksieraden en - last not least - het eikenhouten hongaarsch reuzenvat, dat honderdduizend liters kan inhouden.
Wij stappen thans de oostenrijksche grenzen over en Rusland binnen. De noordsche kolossus stalt natuurlijk in kwistigen overvloed zijne verzameling dierenhuiden en pelswerken uit, waaronder de kostbare hermelijnen mantels, slechts door vorsten en millionnairs gedragen. Niet alles echter herinnert hier aan ijsbanen en sneeuwjachten: men bewondert er ook prachtige diamanten, schoone zilverwerken, kostbare pendules en candelabres, een rijke keus van meubelen en, om onze opsomming te beperken, eene geheele verzameling muziekinstrumenten. Zelden kan men de russische afdeeling betreden, zonder door een wel wat ruw, maar niet onaangenaam klinkende muziek van den een of anderen russischen virtuoos verrast te worden. Het is dan ook bij de zware toonen van een orgel, dat wij onze reis voortzetten en in het gebied der vrije Zwitsers aanlanden.
Natuurlijk valt ons oog het eerst op de wereldberoemde zwitsersche uurwerken, die hier zoowel wat hoedanigheid als hoeveelheid betreft uitstekend vertegenwoordigd zijn. Men vindt ze in alle soorten, vormen en grootte, van de meest verschillende grondstoffen bewerkt: van de gewone huisklok tot de prachtigste salon-pendules; van het ordinaire zakuurwerk in zilver of compositie à twaalf en veertien franken, tot het prachtigste met diamanten omzette horloge, waarvoor de rijke Engelschman tweeduizend franken neêrtelt. Wij laten de andere inzendingen ter zijde, want België lokt ons aan, ons klein België, maar dat zulk eene schitterende plaats te midden der hoofdrijken van Europa beslaat.
De aanblik dér belgische afdeeling heeft iets tooverachtigs, iets dat reeds op het eerste ge zicht bekoort en aantrekt. Men ziet het dadelijk, dat de belgische commissie met de haar toegestane ruimte heeft weten te woekeren en er volkomen in geslaagd is, alle inzendingen op de voordeeligste wijze te doen uitkomen. De belgische afdeeling is de fransche expositie in het klein, zooals Brussel klein-Parijs genoemd wordt. En die lof bepaalt zich niet tot eene oppervlakkige of algemeene beschouwing, - ook van nabij bekeken, komt België door zijne prachtige inzendingen boven vele landen de palm der overwinning toe. Niet alleen de jury erkent zulks, maar ook het publiek, dat zich onafgebroken in deze afdeeling verdringt en luide zijne bewondering betuigt voor de prachtvolle voortbrengselen der belgische nijverheid. In de machinegalerij is ons land, zijne grootte in aanmerking genomen, op eene uitstekende wijze vertegenwoordigd door tal van machtige werktuigen, die hunne raderen en reuzenarmen in bestendige beweging hebben; elders bewondert men de schoone lakens van Verviers, de tapijtwerken van Mechelen, de onnavolgbare kanten van Brussel, IJperen en Kortrijk, het kristal- en glaswerk van Namen, en bovenal de prachtvolle en kolossale spiegels van Courcelles en St.-Marie d'Oignies, die de producten der fransche fabrieken naar de kroon steken. Vergeten wij niet de inzendingen uit Luik, de wapenplaats der halve wereld; de luiksche wapenwerken zijn natuurlijkerwijze niet achterlijk gebleven en hebben den tentoonstellingbezoeker de gelegenheid aangeboden, in enkele minuten tijds de wapenen van alle europeesche legers de revue te laten passeeren. Op meer vreedzaam gebied - de school - munt België eveneens uit, de school, zoo als zij gevormd is onder het katholiek ministerie Malou, met hare religieuzen als bestuurders en onderwijzers. Kennen wij voor het oogenblik het tegenwoordig bewind Frère-Bara zooveel levenskracht toe, dat het zijn bestaan rekt tot na een vijf- of zestal jaren, en laat er dan weêr hier of elders eene wereldtentoonstelling gehouden worden, - zou het belgisch onderwijs dan nòg het predicaat van uitstekend toegekend worden? Wij zijn zoo vrij dit zeer te betwijfelen.
Wij mogen ons echter niet in de toekomst verdiepen: het heden biedt op het Marsveld stof te over voor onze schetsen; wij stappen dus haastig voort en landen in het klassieke Griekenland aan; hier valt echter weinig op te merken: op zich zelf zou de grieksche afdeeling eene zeer aardige collectie vormen, maar in het tentoonstellingspaleis gaat ze letterlijk onder in den reusachtigen stroom der vier werelddeelen, over het Marsveld uitgestort. Trouwens, Griekenlands tijdperk van den bloei zijner kunsten en wetenschappen is sedert lang voorbij, zoo als ook zijn wapenroem ondergegaan is. Na eenige kunstig gesmeede en rijk versierde wapenen, enkele landbouwwerktuigen, grieksche kleederdrachten en grieksche boekwerken bezichtigd te hebben, vervolgen wij onzen weg en komen, via Denemarken, - waar wij onder meer het deensche porselein en aardewerk, vooral de voortreffelijke van leder vervaardigde voorwerpen bewonderen en een iet of wat afgunstigen blik werpen op de deensche boter en kaas, - in Midden- en Zuid-Amerika aan, welker inzendingen echter te weinig belang inboezemen, om er ons lang bij op te houden. De catalogus dezer afdeeling prijkt nochtans met pompeuze namen; er wordt gesproken van opivarologie, van paléonthologie, zelfs van garamanthologie extracontinentale, maar daar wij erkennen moeten op dit gebied een leek te zijn, vergenoegen wij ons met de bezichtiging van de nette zuid-amerikaansche hutten, de mexicaansche wapenen, de gesneden houten koffers van Uruguay en de naaimachines van Montevideo, en wagen ons in de potpourri-tentoonstelling van Perzië, Tunis en Marocco, in broederlijke eendracht tot een geheel vereenigd. Natuurlijk schijnt het Oosten en het Zuiden bij ieder voorwerp uit, niet het minst in de schreeuwende kleuren en de phantastische vormen, maar daar deze landen hunne schoonste producten in de palviljoens en kiosken van den tuin van het Marsveld hebben uitgestald, is de oogst hier tamelijk mager, wat ook gezegd kan worden van de Vereenigde inzendingen van Monaco, de republiek St. Martin en.... Luxemburg, - eene wonderlijke samenkoppeling. Wij stappen deze landjes dus haastig door en komen in Portugal aan, dat ongetwijfeld zijn beste beentje vooruitgezet heeft.
Portugal is zeker niet de minste onder de kleine Staten; alleen voor zijn wijn is het zijne plaats waard. Het heeft toch niet minder dan zevenhonderd verschillende wijnsoorten uitgestald, verzameld in duizenden flesschen met allerlei bekende en onbekende merken. Verkiest ge een uiterst goedkoop glaasje te drinken, of, zoo uw maag er tegen kan, een heele flesch, twee flesschen, drie flesschen, gij behoeft u niet voor uwe beurs te verontrusten: Portugal biedt u wijn aan van 8 à 15 centen den liter. Hebben er noch uwe beurs, noch uwe maag hinder bij, dan zou ik u dien edelen Portwijn aanraden, dien ge tegen 560 franken de 12 flesschen verkrijgen kunt, of wel dezen Madeira, die tegen 80 franken de flesch niet te duur gekocht is!
Portugal levert nog meer op dan wijn: ziehier eene rijke verzameling porselein-, aarde-, kristalen glaswerk, die bijna eene geheele zaal vult en zelfs door kenners wel mag bezichtigd worden; zijde, kant- en lederwerk trekken eveneens de aandacht en de verzameling der meest ongelijksoortige artikelen, uitsluitend uit kurk vervaardigd, wekt zoo al niet uwe bewondering, dan toch uwe verwondering op. Portugals mineralen en zijn tabak en sigaren mogen evenmin vergeten worden: deze collecties spannen de kroon van de geheele tentoonstelling.
Wij moeten echter verder en komen thans weêr in de nederlandsche afdeeling te recht, die wij vroeger reeds besproken hebben en daarom thans voorbijgaan om een oogenblik te vertoeven in de rijke koloniën van onze noordelijke buren.
De koloniale tentoonstelling van Nederland heeft eene goede ruime plaats, al is ze wat achteraf gelegen, zoo ruim zelfs, dat men de verschillende voorwerpen, onder welke er van zeer grooten omvang zijn, tamelijk ver uit elkander heeft kunnen plaatsen. Overigens lokt deze afdeeling veel bezoekers, wat zij volkomen verdient, want er is afwisseling en de voorwerpen zijn wel geschikt om de nieuwsgierigheid der menigte op te wekken. Het meest valt een reusachtige tropee in het oog, zoo als Canada er een heeft opgericht in het tegenovergestelde einde van het tentoonstellingsgebouw. Ze moge wat zwaar en log zijn, toch ziet ze er goed uit met hare talrijke indische producten: huiden van wilde dieren, inlandsche planten, boomen en houtsoorten, matten, hoeden en wapenen. Merkwaardig is eveneens de rijke verzameling van gedroogde planten, voor den plantenkenner vooral; maar het publiek schept meer behagen in de inlandsche woningen, welker ingang men alleen met ladders bereiken kan, zoo dat de bewoners er 's nachts, zoo al niet tegen den steek der muskieten, dan toch tegen den klauw der verscheurende dieren beschermd zijn. Gemelde woningen - van hout opgetrokken - zijn bont beschilderd met rood en blauw en goud; even bont zijn de grijnzende, dikbuikige afgodsbeelden en de groote collectie indische maskers, die den bezoeker ver van vriendelijk aanstaren. De javaansche tabak en sigaren ontbreken evenmin; van deze laatste treft men zulke groote exemplaren aan, dat een fransch blad er een gevolgtrekking uit maakte, als waren de Javanen een volk van reuzen, onder wier beenen een Europeaan kon doorgaan. Een andere fransche courant was echter van eene tegenovergestelde meening: na hare goedgeloovige lezers medegedeeld te hebben, dat een Javaan in een der zich op de expositie bevindende scheepsmodellen den wijden oceaan was overgestoken, merkt het blad zeer juist op, dat die persoon ongetwijfeld tot een dwergengeslacht moest behooren, waarvan het jammer was, dat er op de parijsche tentoonstelling geene exemplaren te zien waren.
Bezienswaardig is de verzameling inlandsche wapenen, alsook de landbouwgereedschappen, die echter nog in zeer primitieven staat zijn; de dames staan meerendeels stil voor de met goud en rood bestikte doeken en sjaals, alsmede voor de eigenaardige goudborduursels, terwijl de huismoeders haar hart kunnen ophalen aan een stuk zeep (savon de coco), dat niet minder dan 1½ meter lang en ¾ meter dik is. Kenners vinden hunne gading in het fraaie en zeer uitvoerige model eener tingroeve, met bijbehoorende gebouwen, werkplaatsen, enz., terwijl een eind verder eene groote collectie schuitjestin ons de producten dier mijnen doet zien.
J.A.V.