De goede en de strenge tante.
Het is geene stoute bewering, gelooven wij te zeggen dat onze begrippen van eene goede en eene strenge tante hemelsbreed verschillen van die welke vele onzer jeugdige lezeressen daaromtrent hebben. Menigeen onder haar beschouwt als het ideaal eener goede tante dezulke die haar nichtjes zonder ophouden voorziet van wat eene grillige mode dagelijks uitdenkt, die haar overlaadt met liefkozingen en lekkernijen het oog sluit voor hare gebreken en al hare verlangens voor bevelen neemt.
Wij zijn van een geheel ander gevoelen dar die jonge juffrouwen en noemen veeleer haar een goede tante die te gelijk streng en toegevend kan wezen en die zoo verstandig is om in te zien dat, daar ijdelheid en pronkzucht maar al te spoedig het hart van een meisje binnensluipen. zij die niet moet bevorderen door hare nichtjes allerlei beuzelachtige geschenken te geven. Zij heeft de kinderen van hare broeders en zusters oprecht lief en meent tot hun geluk mede te werken door hen hunne gebreken onder het oog te brengen en hen te berispen wanneer het noodig is, gelijk de jonge dame gedaan heeft naar wie het grootste der twee meisjes zoo bedroefd en rouwmoedig opziet. En in de wereld zal het later niet moeielijk zijn de nichtjes der al te goede tante te kennen, want zij zullen zich altijd minder nederig en verstandig gedragen dan die van de tante welke gestrengheid met goedheid wist te vereenigen.