De invloed der muziek op de dieren.
Zeker schrijver verhaalt dat hij eens om te zien welken invloed de muziek op de dieren uitoefent, in tegenwoordigheid van een paard, een ezel, een hond, een kat, een hert en eenige kleine vogels een wijsje op een trompet speelde. Zijne bevindingen waren als volgt: het paard bleef van tijd tot tijd plotseling staan en bewoog zijn kop op en neêr alsof het de tweekwartsmaat sloeg; de ezel scheen volmaakt onverschillig te zijn voor de harmonieuze toonen en bleef rustig zijn distelen doorvreten; de hond ging op zijn achterpooten zitten en luisterde scherp toe, terwijl hij zijn oogen strak op den speler gevestigd hield; het hert spitste zijne ooren en scheen ten volle zijne aandacht aan de muziek te schenken, terwijl de vogels er zoozeer door verrukt en opgewekt werden dat zij uit al hun macht begonnen te fluiten en te zingen.
Onder de dieren die zeer gevoelig zijn voor muziek moeten vooral ook de hazen en slangen vermeld worden. Van een haas verhaalt men onder anderen dat toen een vereeniging van zangers eens aan den oever van een rivier bezig was zich te oefenen, hij telkens uit zijn schuilplaats te voorschijn kwam wanneer er gezongen werd en bij dè pauzen weêr naar zijn leger terugkeerde. Wat de slangen betreft, men kan op meer dan een geval wijzen dat zij door de muziek tot bedaren zijn gebracht, en het is zelfs gebeurd dat een woedende ratelslang door de toonen eener fluit in eenige seconden zoo rustig werd als een hond die pas beknord is geworden.