De gele koorts in Amerika.
De besmettelijke ziekte welke op 't oogenblik in Amerika woedt, moet het eerst uitgebroken Zijn te Nieuw-Orleans, en wel in de maand mei van dit jaar. Ondanks de vele maatregelen die genomen werden, verspreidde zich de gele koorts spoedig in Verschillende andere staten, en omstreeks de helft der maand juli richtte zij niet alleen in het zuiden, maar ook in menige stad van het noorden vreeselijke verwoestingen aan.
Gedurende eenige weken deden zich in Nieuw-Orleans niet minder dan honderd à tweehonderd gevallen per dag voor, terwijl het sterftecijfer tusschen tien en honderd afwisselde.
De Euterpe-Street onder anderen was zoozeer besmet dat men het dienstig achtte haar af te sluiten, ten einde de zieken voor het hinderlijke geratel der voertuigen te vrijwaren. Een melkboer, die met zijn kar die straat wilde doortrekken om zijne klanten te bezoeken, werd op tamelijk onzachte manier gedwongen terug te keeren. Op een onzer plaatjes kan de lezer zien welk middel men daartoe te baat nam.
Een andere onzer gravures stelt een wagen Voor, waarin eenige lijken naar hunne laatste rustplaats worden gevoerd. Op de bovenste kist zit een man met zijn hond: twee vrienden van de overledene, die der geliefde doode de laatste eer bewijzen.
Te vergeefs heeft de overheid van Memphis alle pogingen aangewend om de ziekte te weren; zoodra zij er zich vertoonde, werd door de amerikaansche regeering vergunning verleend om ver van het besmette gedeelte der plaats in een voorstad tenten op te slaan voor de gezonde bewoners. De oprichting van dit kamp geschiedde niet zonder moeite, want toen de bewoners van de besmette wijken op de aangewezen plaats kwamen om met het werk een begin te maken, werden zij door de negers teruggedreven, en eerst nadat men de hulp had ingeroepen van twee kompagnieën soldaten, kon men aan het plan gevolg geven.
Hoe menigvuldig ook, zijn de lijkbezorgers een tijdlang niet talrijk genoeg geweest om de dooden geregeld te kunnen begraven. Op het kerkhof van Elmwood, even als op vele andere, werden de doodkisten opeen gestapeld in afwachting dat de kuilen gegraven waren.
Het amerikaansche volk heeft in deze omstandigheden blijk gegeven van groote liefdadigheidszin. Reeds lang voordat er een beroep op de openbare mildheid was gedaan, werden de noodlijdenden rijkelijk van geld en andere benoodigdheden voorzien. Ook heeft het niet ontbroken aan menschlievende natuurgenooten die hun leven voor hun ongelukkigen evenmensch in de waagschaal wilden steilen. Geneesheeren en ziekenoppassers legden als om strijd hunne toewijding aan den dag. Vielen er onder hen als slachtoffers hunner naastenliefde, onmiddellijk kwamen er anderen in hunne plaats die bereid waren om met levensgevaar het lot der arme lijders te helpen verzachten.