De Parijzer tentoonstelling.
De Engelsche afdeeling in de straat der volken.
Engeland neemt op de parijzer tentoonstelling eene groote plaats in, zoowel in de figuurlijke als letterlijke beteekenis van het woord. Wanneer men het gebouw van het Champ de Mars langs de groote vestibule, welke tegenover het Trocadero is gelegen, binnen treedt, staat men terstond voor een huis uit de zeventiende eeuw, dat door zijne netheid de aandacht trekt. Daar zijn de bureelen van de engelsche jury gevestigd.
Vlak daar naast bevindt zich het paviljoen van den prins van Wallis, dat een juist denkbeeld geeft van het uit- en inwendige van een rijk engelsch huis. Vooral de eetzaal is een wonder van rijkdom. Zonder te spreken van het kostbare porselein, dat op tafels en buffetten is ten toon gesteld, biedt het mobilair voor de liefhebbers van schoone zaken eene grondige studie aan. Ook de behangsels, waarop tafereelen geborduurd zijn uit de Merry wives of Windsor van Shakespeare zijn der bezichtiging overwaardig. Rechts van de eetzaal bevindt zich het boudoir van de prinses van Wallis, dat geheel met blauw satijn behangen is. Op den achtergrond heeft men door eene porte-brisée het gezicht op eene grot, gevormd uit rotsen, die uit een waterbekken oprijst, waarin reigers op kikvorschen jacht maken. Dit alles is van porselein gemaakt. Aan het andere einde der eetzaal gaat men in een werkkabinet, behangen met groen fluweel en keurig gemeubeld.
De eerste verdieping is zeer eenvoudig ingericht en geeft toegang tot de galerij, die rondom het geheel loopt.
Twee andere oude huizen, het een in gothieken stijl, het andere van hout opgetimmerd, grenzen daaraan.
Al deze gebouwen zijn ontworpen door den londenschen architect Gilbert Redgrave, die ook op het vaste land een grooten naam heeft.