Regent het?
Vormen en figuren te scheppen, is aan iedere kunst gemeen; de schilderkunst en ook de beeldhouwkunst is te dezen opzichte echter zoo rijk niet als de dichtkunst of de muziek; de schilder of beeldhouwer toch kan voor zijn figuur maar één oogenblik nemen, terwijl de dichter en componist het leven van zijn persoon in aantal gedaanteverwisselingen kan voorstellen. Het kiezen van het juiste oogenblik voor zijn figuur is dan ook de hoofdzaak voor schilder en beeldhouwer beiden. Zien wij daarom de jonge dame van onze gravure. ‘Regent het?’ heet het onderschrift, en dit woord teekent ons eene handeling, vertolkt ons een geheel hoofdstuk van eene novelle. Wij zien haar de deur van haar landhuis uitkomen, zij zal uitgaan; regent het? en zij ziet naar den met wolken betrokken hemel en is intusschen reeds bezig haar parapluie open te doen en op te steken, want duidelijk voelt zij op haar gezicht de regendruppels. Wij zijn hier getuigen van eene handeling, wel geene schokkende, maar toch eene handeling, en daarom ook zegt de gravure iets tot ons en voelen wij zelf den regen op ons gezicht vallen.