brug van Jena loopt, op welke zich de waterbakken bevinden, die den waterval van het Trocadero alsmede de kunstmatige meren, welke in de parken rondom het paleis van het Champ de Mars zijn aangelegd, van water moeten voorzien.
De lengte van het Trocadero tot aan de Militaire School is 1540 meters lang bij 450 breed, terwijl de geheele oppervlakte der tentoonstelling 693.000 meters beslaat. Het hoofdgebouw op het Champ de Mars beslaat 241.000 meters, metende in de lengte 700 en in de breedte 330 meters.
De gebouwen in de twee tuinen van het Champ de Mars en het Trocadero kunnen verdeeld worden in vier categorieën: 1⁰ de officieele en administratie-gebouwen; 2⁰ de paviljoens behoorende tot de vreemde landen; 3⁰ gebouwen bestemd voor de fransche machinerieën, en 4⁰ de restauraties.
Het paleis van het Champ de Mars heeft vier hoofdingangen. De Porte Tourville, rechts van de Militaire School, leidt den bezoeker naar het hart der fransche afdeeling voor machinerieën; de Porte Dupleix, aan den tegenovergestelden hoek links, voert naar de afdeeling der vreemde machinerieën; de Porte Dessaix en de Porte Rapp, de eerste in het midden der Avenue Suffren en de laatste in het midden der Avenue de la Bourdonnaye, aan de tegenovergestelde zijde, zijn de rechte wegen naar de galerijen der schoone kunsten.
Het hoofdgebouw van het Champ de Mars is geheel vierkant en zijn gevel draagt het zichtbare teeken van het doel, waartoe het opgetrokken werd, namelijk tot tijdelijk verblijf van de kunstschatten der geheele wereld. Het is bekroond met twee geniussen, omgeven door zes standbeelden, voorstellende de europeesche volken.
Wanneer men het Champ de Mars van de zijde der Militaire School betreedt, wordt het gesneden door twee lange onoverdekte wegen, welke het bijna in twee gelijke helften verdeelen, waarvan het gedeelte rechts de voortbrengselen der fransche nijverheid bevat en het gedeelte links die van vreemde natiën, terwijl het middelgedeelte, tusschen de beide wegen gelegen, wordt ingenomen door de afdeeling der schoone kunsten van alle natiën. Een dezer zijwegen bevat de gevels van alle natiën, die op de tentoonstelling vertegenwoordigd zijn. Het eerst staat het paviljoen van den prins van Wallis en daarnaast de gevel van eene modelfactorij; vervolgens komen een reeks villa's en daarna de gevels van de Vereenigde-Staten, Zweden, Noorwegen en Italië, allen in hun eigen stijl. Japan, China, Spanje en Oostenrijk-Hongarije zijn dan aan de beurt. Dan volgen Rusland, Zwitserland, België, Griekenland, Denemarken, Zuid-Amerika, Marocco, Luxemburg, Monaco, Portugal en Nederland.
Nederland staat dus achteraf, zou menige lezer denken, doch dit is niet zoo. Nederland heeft een der beste plaatsen van de tentoonstelling, daar het op een hoek staat, waar uit den aard der zaak veel passage is. Indien wij de gevels in eene omgekeerde orde hadden genoemd, zouden we Nederland het eerst vermeld hebben.
Tegenover deze gevel-galerij van alle natiën bevinden zich fransche gebouwen, zoodat deze evenveel plaats innemen als die der vreemde natiën te samen.
Het midden van het paleis op het Champ de Mars wordt ingenomen door een prachtige hal, waar de parijzer inzenders hunne waren hebben tentoongesteld. Eene lange galerij loopt voor het paleis, juist tegenover het Trocadero, aan welks eene einde een bronzen standbeeld staat van Karel den Groote, terwijl aan het andere einde een Indische tempel zijn koepel stout verheft. Evenals bij vorige tentoonstellingen loopt de machinengalerij langs de twee uiterste zijden van het gebouw, terwijl de derde zijde tegenover de Militaire School bestemd is voor de tentoonstelling van handenarbeid van werklieden.