De Belgische Illustratie. Jaargang 10(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Kreten des harten. Als de storm woedt op de baren, Zit des visschers vrouw tehuis; Doch heur hart is uitgevaren Tartend wind en golfgebruis. Bij iedere vlaag, die de golven Verbrijzelt op 't dreunende strand, Roept ze uit: ‘Ach, verdronken! verdronken! Mijn visscher keert nimmer aan land!’ Als om de Alpen donders grommen, Zit des herders vrouw tehuis; Doch heur hart is opgeklommen Zoekend in spelonk en kluis. Bij iederen bliksem, die flikkrend Zich oplost in knettrend geknal, Roept ze uit: ‘Ach, getroffen, getroffen! Mijn herder keert nimmer naar 't dal!’ Als de bergen zich bewegen, Zit des gravers vrouw tehuis; Doch heur hart is afgestegen In de mijn van erts en gruis. Bij iederen schok, die de vlakte Beroert en beweegt als een meer, Roept ze uit: ‘Ach, bedolven, bedolven! Mijn graver ziet 't daglicht niet weer!’ Als de krijgsbanieren wappren, Zit des krijgers vrouw tehuis; Doch heur hart strijdt met de dappren In der waapnen wild gedruisch. Bij ieder gebrul der kanonnen, Dat davert langs 't bloedige veld, Roept ze uit: ‘Ha! gevallen, gevallen Voor koning en land is mijn held!’ Germania' s. B.v. Meurs. Vorige Volgende