[Nummer 34]
De opdracht aan Maria.
De liefelijke meimaand met haar bloemengeur is weêr aangebroken en allerwege beievert men zich, om de Hemelkoningin, aan wie deze maand is toegewijd, met bijzonderen eerbied te vereeren. In de kerken, in de huisgezinnen, tot in de kleinste hut prijkt het beeld der H. Moedermaagd, omgeven door bloemen, waarvoor men 's avonds neêrknielt en met meer vertrouwen dan ooit hare machtige voorspraak inroept. In vele landen is het gebruikelijk, dat men het eerste meisje aan de H. Maagd toewijdt en ze dan ook dien overeenkomstig opvoedt, waarvan onze gravure eene voorstelling geeft. Eene moeder, dankbaar voor eene verkregen weldaad, is met haar kind naar de plaats gegaan, waar Maria op eene bijzondere wijze vereerd wordt, en biedt haar daar hare lieveling aan. Innige toewijding ligt op haar gelaat te lezen en geeft aan hare figuur zooveel bekoorlijkheid, dat men zich opgewekt voelt en verfrischt bij die naïeve uiting van een vurig geloof.
DE OPDRACHT AAN MARIA, NAAR W.Q. ORCHARDSON.