Gibraltar.
Hoewel hoogstens 17,000 inwoners tellende, biedt de stad Gibraltar een wonderlijk mengelmoes aan van talen en nationaliteiten. Hare bevolking bestaat uit Spanjaarden, Portugeezen, Engelschen, Turken, Grieken, Israëlieten en Mooren. Deze omstandigheid is het echter niet alleen, waaraan Gibraltar hare vermaardheid te danken heeft; in de eerste plaats toch is zij bekend door de sterkte harer vestingwerken en de vele geschiedkundige herinneringen, aan haar naam verbonden.
De stichting van Gibraltar klimt op tot den tijd der Pheniciërs, die op den 1300 voet hoogen Mons Calpe, de noordzijde van de zuilen van Hercules, eene volkplanting stichtten; toen in 711 de Arabieren bij hun inval in Spanje daar aan land stapten, stichtte Tarik, hun aanvoerder, er tot dekking van den overtocht een sterk kasteel. Eeuwenlang bleven de Mooren in het bezit der vesting, tot dat de dappere Guzman haar in 1462 voor Hendrik IV veroverde. Door Karel V en zijne opvolgers versterkt, viel Gibraltar in 1704, bij het woeden van den Spaanschen successie-oorlog in de handen der Engelschen en Nederlanders; terwijl alle latere pogingen der Spanjaarden, om zich op nieuw van dit belangrijke punt meester te maken, door de waakzaamheid der Engelschen, die de stad alleen behielden, en door de sterkte der vestingwerken mislukten. De laatste belegering had van 1779 tot 1783 plaats, 't geen den Span aarden op niet minder dan 165 millioen franken en het verlies van duizenden manschappen te staan kwam.
Gibraltar wordt met recht de sleutel van de Middellandsche Zee genoemd. Op eene hooge, langs twee zijden loodrecht opklimmende rots gelegen, met vestingwerken bekroond, die ten deele in de rots uitgekapt, ten deele door de kunst gevormd zijn, bewapend met honderden ver-dragende kanonnen van het zwaarste kaliber en voorzien van al datgene, wat een garnizoen behoelt om zelfs tegen een overmachtigen vijand een langen tegenweer te bieden, bewaakt Engeland op de Calpe-rots, sterk op zijne macht, den in- en uitgang van de Middellandsche Zee en behoeft daar voor overrompeling noch aanval te vreezen. Geen wonder dan ook, dat het nooit het oor heeft willen leenen aan Spanje's aanbiedingen, dat meermalen ontzaglijke geldsommen voor den terugkoop der stad bood. Overigens, de wereld weet bij ondervinding, dat, wat het engelsche luipaard vast heeft, het niet gemakkelijk meer loslaat.