De Belgische Illustratie. Jaargang 10

De kinderen bij de kaartlegster.

Het onderwerp onzer schilderij herinnert, te oordeelen naar de kleeding der figuren, geheel en al aan den ouden tijd der heksen, het

[p. 234]

gulden tijdperk van waarzeggers en kaartlegsters, doch wij weten maar al te goed, dat deze bedriegers tot heden alle tijden hebben overleefd, en zelfs in onze dagen nog zeer goede zaken maken.

Vooral in onze groote steden, de brandpunten der nieuwe beschaving, vindt men nog vele van zulke speculanten op de dwaasheid en bijgeloovigheid der menschen, terwijl enkele dorpen er door berucht zijn geworden.

De schilderij van mejuffrouw Bôle stelt ons de kaartlegster zeer juist voor. De tronie van het oude wijf mag de type eener kaartlegster heeten, en niet minder beantwoorden hare houding en de knokkelige handen aan haar schandelijk beroep. De onschuldige gezichtjes der kleinen, waarop duidelijk de nieuwsgierigheid staat te lezen, maken met haar een sprekend contrast, zoowel als met de omgeving der oude, waarbij, zoo als van zelf spreekt, de uil en de grimmige zwarte kat met vurige oogen niet vergeten zijn.