Het Vaticaan.
Op de vijfde bladzijde geven wij een schets van het Vaticaan, gezien bij vogelvlucht, waaruit men zich eenig denkbeeld kan maken van de buitengewone grootte van dit oud, pauselijk paleis. De juiste datum van zijne stichting kan niet met zekerheid aangegeven worden, evenmin als men kan uitmaken welk gedeelte van dien reuzenbouw de oudste dagteekening heeft. Zooveel is zeker, dat in 1377 de Pausen er bezit van namen, die het allengs verfraaiden en vergrootten.
Zoo werd in 1410 onder Joannes XXIII het paleis vergroot, in 1490 onder Innocentius VIII de villa van het Belvedere er bijgevoegd, terwijl ook Alexander VI, Julius II, Leo X, enz. aan de vergrooting bijdroegen. De opvolgende uitbreidingen waren vooral noodig geworden door de talrijke museums, welke verschillende Pausen stichtten en die telkens rijker werden.
De hoofddeur van het Vaticaan is in de basiliek van St.-Pieter; een trap met dubbele leuning, een meesterstuk van Bernin, vormt den ingang. De eerste zaal waarin men komt is de sala reale, versierd met historische schilderstukken. Zij dient tot vestibule van de Sixtijnsche en Paulinische kapellen.
Het is ons onmogelijk alle zalen, alle galerijen op te noemen, voor alle meesterstukken, welke dit pauselijk paleis bevat, stil te staan. Wij kunnen echter niet stilzwijgend de loges van Raphaël voorbijgaan, welke onder Gregorius XIII en zijne opvolgers gebouwd zijn. De verzameling schilderijen, welke het bevat, is eenig