Victor Emmanuel.
Den 9 januari 1873 overleed Napoleon III; juist vijf jaren later stierf Victor Emmanuel. Het verschil tusschen het afsterven der beide vorsten en voormalige bondgenooten is echter nog al aanmerkelijk; terwijl Napoleon zich bij zijn overlijden in ballingschap bevond, en hij na kroon en scepter verloren te hebben, sedert lang naar lichaam en geest gebroken was, stierf Victor Emmanuel op den overweldigden troon gezeteld, in de kracht zijner jaren en het genot eener krachtvolle gezondheid. De onttroonde Napoleon en de gekroonde Victor Emmanuel vonden echter beiden een ontijdig einde, en hunne doodsklok zou luiden nog vóór het stervensuur sloeg van den grijzen Paus, op wiens bezittingen en rechten zij beiden zulke onrechtvaardige aanslagen gepleegd hadden. Evenals Napoleon, als vroeger Cavour, Cugia, Armellini, Fanti, is Victor Emmanuel van deze aarde gescheiden nog vóór den verdrukten Paus, den oudste en zwakste van allen.
Wij denken echter dat de overledene van het Quirinaal niet de schuldigste van 's Pausen vijanden is: niet uit aandrang, uit booze neiging, uit haat jegens de Kerk en den Paus bewoog Victor Emmanuel zich op de baan der kerkvervolging, zelfs niet uit vrije beweging; want, constitutioneel koning, werd hij veeleer op den noodlottigen weg voortgeschoven dan dat hij er anderen op voorging; hij was eenvoudig het werktuig der wereldburgerlijke revolutie, het werktuig, waarvan de geheime genootschappen en de in hun dienst staande ministers en hooge ambtenaars zich bedienden, om den Paus en de Kerk te belagen en de revolutie te doen zegevieren. Victor Emmanuel's schuld lag in zijne zwakheid en al erkennen wij, dat een zoodanige schuld reeds zwaar genoeg weegt, toch meenen wij hem meer te moeten beklagen dan te veroordeelen en valt de schuld in hare geheele zwaarte op de gewetenlooze aanleggers der wettelijke revolutie, die met de opkomst van Italië ook de kiem van zijnen ondergang in zich omdraagt, en, om zoo te spreken, het begin van het einde is.
Zonder ons verder in beschouwingen te verdiepen omtrent de grootte zijner schuld wat betreft de berooving van den Paus en andere vorsten in Italië, deelen wij onzen lezers eene korte levensbeschrijving van den overleden koning mede.
Toen Karel Albert, koning van Sardinië, den 23 maart 1849 afstand van den troon deed, bevond het land zich in zeer moeielijke omstandigheden. Sardinië was in een ongelukkigen oorlog met Oostenrijk gewikkeld en de geweldige neêrlaag van Novara bracht het aan den rand van zijn ondergang. Toen Karel Albert's oudste zoon, Victor Emmanuel (geboren 14 maart 1820), de teugels van het bewind overnam, had deze al zijn geestkracht noodig om zich in die moeielijke omstandigheden staande te houden. Wel had hij reeds in menige ontmoeting met de Oostenrijkers van zijn persoonlijken moed blijk gegeven, maar dit alleen kon het land niet redden, daar het sardinische leger geheel verslagen en gedesorganiseerd was; hij koos daarom de wijsste partij, knoopte, zoodra de omstandigheden zulks toelieten, met den vijand onderhandelingen aan en gelukte er in, den 6 augustu een niet al te nadeeligen vrede met Oostenrijk te sluiten. Het denkbeeld reeds door zijn vader gekoesterd, namelijk Italië's eenheid, scheen hij verlaten te hebben.
Spoedig gaf hij echter aan de inblazingen van den beruchten Cavour gehoor, verklaarde de kerkelijke goederen als nationaal eigendom, nam de romeinsche uitgewekenen in zijn land op en vaardigde verscheidene wetten uit, strijdig met den geest der katholieke Kerk. Cavour wist hem tevens zóóver te brengen, dat hij het denkbeeld van de italiaansche eenheid weêr opvatte, terwijl hij tevens in 1855 als bondgenoot van Frankrijk en Engeland aan den Krimoorlog deelnam, teneinde zijn land een zeker gewicht te geven en beide Mogendheden gunstig voor zijne plannen te stemmen.
In 1859 kwam het eerste gedeelte van het programma der italiaansche revolutionairen tot uitvoering. Na zich van Napoleon's bondgenootschap verzekerd te hebben, verklaarde Victor Emmanuel aan Oostenrijk den oorlog en rukte hij, in vereeniging met een fransch leger, het Lombardisch - Venetiaansch koninkrijk binnen. De veldslagen van Magenta en Solferino woonde de koning in persoon bij en met Napoleon deed hij zijn zegevierenden intocht in Milaan. De vrede van Villafranca bevredigde de italiaanschgezinden maar half: wel werd Lombardië aan Piëmont afgestaan, maar Venetië bleef aan Oostenrijk, en de verdrijving der vorsten van Toscane, Modena en Parma en de aanhechting dezer landen aan Sardinië konden de ontevredenen nauwelijks bevredigen, te meer daar Victor Emmanuel genoodzaakt was Savoye en Nizza aan zijn bondgenoot Napoleon af te staan. Een strooptocht van Garibaldi tegen den koning van Napels, bracht echter met behulp der geheime genootschappen ook dit land aan Victor Emmanuel, die, nadat hem ook het grootste gedeelte van den Kerkelijken-Staat toegevallen was, den titel van koning van Italië aannam (26 Februari 1861).
Victor Emmanuel veranderde thans in schijn zijne politiek; in 1862 veroordeelde hij in eene proclamatie de oproerige pogingen van hen, aan wie hij de vergrooting van zijn rijk te danken had en zond zelfs een leger tegen Garibaldi af, die bij Aspromonte geslagen, gewond en gevangen genomen werd. Hij schonk de schuldigen echter niet alleen vergiffenis, maar eigende zich tevens de vruchten van hunnen roof en hun verraad toe.
Ondanks den revolutionairen oorsprong van het nieuwe rijk, werd Victor Emmanuel door alle gouvernementen van Europa als koning van Italië erkend; in 1865 verplaatste hij zijne residentie van Turijn naar Florence; een jaar later maakte hij van den oorlog, waarin Oostenrijk met Pruisen gewikkeld was, gebruik om de eerstgenoemde Mogendheid insgelijks te beoorlogen, en hoewel de Italianen zoowel te land als te zee (bij Custozza en Lissa) geslagen werden, verkregen zij niettemin Venetië, in welke stad de koning den 7 november (1866) zijne plechtige intrede deed.
Thans richtten de italiaansche vrijheidsmannen hunne blikken op Rome, de eenige stad, die met hare omstreken nog aan de eenheid van het koninkrijk ontbrak, en toen Frankrijk in 1870 met Duitschland in oorlog kwam, trokken de helden aanstonds partij van deze gelegenheid om de Eeuwige Stad te bemachtigen, hetgeen, ondanks de heldhaftige verdediging van het handvol zouaven, aan de 60.000 italiaansche soldaten inderdaad gelukte. Hiermede was de reeks van gepleegde gewelddaden en rooverijen gesloten en de eenheid van Italië voltooid. Lang aarzelde de koning zijn zetel naar Rome over te brengen; blijkbaar zag hij er tegen op met zijn doorluchtig slachtoffer, den grijzen Pius IX, in dezelfde stad te wonen, en toen staatkundige overwegingen hem er eindelijk toe noopten, verbleef hij zoo weinig mogelijk in de Eeuwige Stad, waar alles hem verweet aan welke onwaardige middelen hij de kroon van Italië te danken had.
Laten wij echter in ons oordeel niet te streng zijn, te meer daar Victor Emmanuel eenige uren voor zijn dood nog gelegenheid gehad heeft zich met God te verzoenen en de HH. Sacramenten der stervenden te ontvangen.