Electrisch licht.
III.
En nu electrisch licht gemaakt. Vat de twee draden met een glazen tang vast - want anders wordt de electriciteit afgeleid - en breng hunne uiteinden op zekeren afstand bij elkaar, voldoende om de electrische ontlading te doen plaats grijpen, dat wil zeggen de samenvloeiing van den positieven en negatieven stroom die door de draden loopt, en gij zult tot uwe verbazing zien dat er een vonk ontstaat, of liever een wit gloeiende streep van het uiteinde van den eenen pool of geleider tot den anderen, welke zoo sterk is, dat het oog er door verblind wordt. Dat is het electrisch licht.
Met een kolom, die uit een klein aantal elementen (metalen plaatjes) bestaat en die slechts een zwakken stroom opwekt, zal de electrische vonk tusschen de twee polen ook slechts een flauw schijnsel vertoonen. Doch indien men een groote kolom opbouwt, en vele Voltasche elementen op elkander stapelt, verkrijgt men een schitterenden boog van licht.
De engelsche scheikundige Humphry Davy was er de uitvinder van. Toen door de samenwerking zijner landgenooten de Royal Society of London haar reusachtige kolom van volta had laten bouwen om proeven te nemen, bevond hij dat, indien men aan de polen van de kolom twee spits gemaakte stukken houtskool vastmaakte, het licht oneindig sterker was. Om daarvan eene proef te nemen, bracht Davy de beide polen van de kolom in een ovaal glazen vaas, die hermetisch (geheel van de lucht afgescheiden) gesloten en door eene luchtpomp luchtledig gemaakt was. Dit was noodig, want de twee stukken houtskool zouden, als de lucht er vrij spel op had, verbranden en wel zoo spoedig, dat het licht slechts enkele seconden zou schijnen.
Ziedaar dan electrisch licht gemaakt. Oogenschijnlijk gaat dit heel gemakkelijk en met zeer weinig kosten gepaard, doch dit is niet zoo. Men moet niet vergeten, dat wij hier slechts uit vermaak eene proef genomen hebben. Wil men echter dit licht in de practijk hebben, Wil men het in de plaats stellen van eenig ander kunstlicht, dan worden zoowel voor de samenstelling en het onderhoud der kolommen, als voor de electrische lampen zulke sommen vereischt, dat zij die voor de verlichting, welke wij nu gebruiken, verre te boven gaan.
De kracht, waarvan Gramme gebruikt maakt voor zijne machine, heeft in den grond wel dezelfde uitwerking als de galvanische stroom en de electriciteit opgewekt door wrijving, doch beiden hebben een gebrek, namelijk dat de wrijvings-electriciteit bij een zwakken stroom een groote spanning heeft, terwijl de galvanische electriciteit bij een sterken stroom slechts weinig spanning heeft. Door de uitvinding van het electro-magnetisme en de daarop berustende inductie-electriciteit is men er in gelukt, om met een kolom de uitwerking van wrijvings-electriciteit te verkrijgen, terwijl men tevens dezelfde groote hoeveelheid electriciteit behoudt, welke in een gewone kolom wordt opgewekt.
Wij schreven daar in één adem eenige woorden neêr, welke eene opheldering behoeven. Vooreerst, wat is electro-magnetisme?
't ls bekend, dat de magnetische kracht nergens anders in bestaat dan in de eigenschap om ijzer aan te trekken. Laat ons nu eene proef nemen om het electro-magnetisme duidelijk te maken. Wij nemen daartoe een kolom van Volta en sluiten den stroom, d.w.z. wij vereenigen de zink- en koper- of de positieve en negatieve pool met elkander, waardoor de electriciteit wordt opgewekt.
Breng nu eene magneetnaald nabij den metalen draad en gij zult zien, dat de naald terstond van richting verandert, zeer onrustig wordt en dit wel te sterker, naarmate de opgewekte stroom sterker is. Het moet voor iedereen duidelijk zijn, dat de magnetische en electrische krachten invloed op elkander uitoefenen, doch hoe ver gaat die invloed? Wij zullen het zien.
Wij weten dat ijzervijlsel door de magneetnaald aangetrokken wordt, doch ook de metalen draad, welke den gal vanischen stroom sluit, toont dezelfde eigenschap te bezitten. Zou deze ook magnetisch geworden zijn, of liever zou de electrische stroom eene magnetiseerende kracht bezitten?
Zoo is het. Neem een stuk week ijzer en breng het eene einde in aanraking met een der polen van de kolom. Zoodra men nu den tweeden pool met het andere uiteinde van het ijzer vereenigt of den stroom sluit, zal men bevinden dat het ijzer op zijne beurt eene magneet geworden is, d.w.z. het ijzer zal nu insgelijks kleine ijzerdeeltjes aantrekken.
Zetten wij de proef verder voort. Men neme een langen ijzerdraad en winde dien om den vinger, waardoor men een schroefvormige klos verkrijgt. Dewijl het ons plan is in dien draad een electrischen stroom op te wekken, isoleeren wij hem, dat is, wij omwinden hem met zijde, zoo, dat er niets meer van het ijzer zichtbaar is. (Zijde behoort, zooals men reeds weet, tot de niet-geleiders.) Nu de magnetische ijzeren staaf ter hand genomen en deze gebracht in de opening van den klos. Wat zien wij? Dat in den geïsoleerden klos een electrische stroom werkt, doch slechts voor een oogenblik. De magneet wekt dus een galvanischen stroom op en die stroom is het electro-magnetisme, waarvan wij boven spraken.
Van deze kracht nu maakt Gramme gebruik in zijne machine om electrisch licht op te wekken, daar zij, de gebreken der wrijvings-electriciteit en van den galvanischen stroom Vermijdende, hare goede hoedanigheden in zich vereenigt.
Om tot de machine-Gramme te komen, deze verwekt zulk een sterken stroom, dat ze 1440 electrische lampen van hetzelfde model als wij bij de proef gebruikten, kan voeden, zonder dat de machine al te warm wordt of de vonken van de metalen cylinders op den bundel geleiders, waardoor de stroom loopt, overspringen. De opwekking van den magneto-electrischen stroom geschiedt naar een door Gramme nieuw uitgevonden systeem, daar met de bestaande machines van dit genre de opwekking van zulk een sterken stroom en de groote hoeveelheid electriciteit geheel onmogelijk was.
De lichtstralen verspreiden zich daarenboven naar alle zijden en worden, waar dit noodig mocht zijn, door een regulateur naar verkiezing getemperd; alleen de verdeeling van het licht in verschillende vlammen wordt er niet meê verkregen, want voor elke vlam is eene afzonderlijke lamp of, om het duidelijker uit te drukken, een afzonderlijke kolom van Volta noodig. In goedkoopte overtreft het echter de gasverlichting, wat door den uitvinder tot op een centiem berekend wordt.
Over de deelbaarheid van het electrisch licht willen wij in een slotartikel spreken.
(Slot volgt.)