Geillustreerd nieuws
De oorlog in het oosten.
Ruslands keizer heeft zijne hoofdstad verlaten en is met zijn staf in Rumenië aangekomen; al heeft die reis nu niet het gevolg gehad, 'twelk men er van verwachtte, dit namelijk, dat de oorlogs-operatien na de aankomst des keizers onmiddellijk voor goed zouden beginnen en de overtocht van den Donau geforceerd zou worden, het feit is belangrijk genoeg om er onze lezers eenige oogenblikken over te onderhouden.
De tocht des keizers is geen spelevaart of inspectie-reis: hij heeft het plan om dicht in de nabijheid van het oorlogsterrein te blijven en de leiding der krijgsoperatien op zich te nemen, zooals dat met keizer Wilhelm in den franschduitschen oorlog van 1870-1871 het geval was. Op die wijze heeft men getracht eene onaangename quaestie tusschen de aanvoerders der beide verbonden legers op te lossen: zoowel grootvorst Nicolaas van Rusland als prins Karel van Rumenië dongen naar den voorrang; de gevolgen van die ijverzucht zijn thans vermeden door den stap des keizers, die zich aan het hoofd der verbonden troepen stelt en daardoor de gewenschte eendracht en samenwerkiug mogelijk maakt.
In het begin van juni uit St.-Petersburg vertrokken, kwam keizer Alexander II, na het vroegere russische hoofdkwartier Kischeneif, thans weder de oude, stille provinciestad, langs gespoord te zijn, in den voormiddag van den 6 juni te Jassy, de oude hoofdstad van Moldavië, aan. Hier, aan de grenzen van het grondgebied zijns tegenwoordigen bondgenoots en aanstaanden vazals, Karel van Rumeuië, had reeds dadelijk een voorval plaats, dat, zoo de keizer aan voorteekens gelooft, een onaangenamen indruk op hem en zijn gevolg moet gemaakt hebben.
Terwijl keizer Alexander even aan de statie afstapte om eenige ververschingen te nemen, naderde hem een circassisch officier, die zonder toestemming der russische regeering in servischen dienst getreden was, ennu den czaar om vergiffenis en wederopname in de russische gelederen verzocht. Op een afwijzend teeken van den keizer zonk de Circassiër eenige oogenblikken later in zijn bloed badende ineen. Men verspreidde het gerucht, dat de officier zich zelf den dolk in het hart had gestoken; deze dwaze lezing vond echter weinig geloof. De qutasj-zelfmoordenaar werd intusschen weggedragen, maar het voorval had een geweldigen indruk onder de menigte teweeggebracht, en de keizer zelf begaf zich spoedig weder in den trein, om de reis naar Plojesti voort te zetten, waar zich het hoofdkwartier van het russische leger bevindt en hij in den achtermiddag van den 6 aankwam.
Plojesti is eene stad met ongeveer 40.000 inwoners aan het noordereinde van de groote vlakte gelegen, die zich van den Donau naar de Karpathen uitstrekt. De stad is met groene heuvelen omringd, waar men in overvloed de uitmuntende rumeensche wijnsoorton wint. Meer op den achtergrond verheft het karpathisch gebergte zijne kruinen hoog in de lucht; daar de omringende landstreek overigens zeer vruchtbaar is en groene velden en zacht glooiende heuvels elkander aangenaam afwisselen, is de omtrek zeer schilderachtig. Plojesti is als door een onmetelijken bloemhof omgeven. Het inwendige der stad is echter minder aangenaam. De straten zijn lang, zeer smal en slecht geplaveid, de huizen laag. Onze belgische zindelijkheid zoekt men er tevergeefs, evenals schoone gebouwen of bezienswaardige kerken. De eenige tempel die de opmerkzaamheid verdient is de Beserica doméscà, de vorstelijke basiliek, door prins Mathieu-Bassaraba, die omstreeks de helft der zeventiende eeuw regeerde, gesticht.
Op den grooten dag van 's keizers aankomst hadden de inwouers van Plojesti, voor het meerendeel kooplieden, de woningen op hunne wij zoogenaamde verlichting à giorno kon geen sprake zijn: zulke zaken zijn in het oosten nog geheel onbekend, maar de bewoners hadden het uitwendige hunner huizen met tapijten behangen en uit de vensters wapperden de rumeensche en russische vlaggen. Ook het gemeentebestuur had niet stil gezeten. De spoorwegstatie was met tallooze vlaggen en wimpels versierd en hier en daar waren zelfs eerebogen van groen en bloemen opgericht. Eene belangrijke verfraaiing of liever verbetering bestond in het wegruimen van den modder en het gelijkmaken der ontelbare kuilen en ondiepten in de straten, welke de stoet moest langs trekken, opdat de keizer en zijn gevolg ten ininste zonder gevaar Plojesti konden betreden.
In de nabijheid van de statie waren russische en rumeensche troepen, benevens het nieuw gevormde bulgaarsche legioen opgesteld; de burgerlijke en militaire autoriteiten wachtten de aankomst des keizers af, terwijl een talrijke volksmenigte met ongeduld het oogenblik verwachtte, dat de keizerlijke trein de nederige spoorwegstatie zou binnenstoomen. Tegen den avond gaf het stoomfluitje het sein, dat de hooge gasten in aantocht waren; eenige minuten later stapte de keizer, van prins Gortschakoff en de rumeensche ministers Breceane en Cogolniceano, die den czaar tot Kischeneff tegemoet gereisd waren, vergezeld, af en ontving hij de welkomstgroeten der rumeensche autoriteiten, terwijl de grieksche bisschop hem, volgens oostersch gebruik, brood en zout aanbood. De opgewektheid onder de bevolking was groot; zij zagen op dat oogenblik in den machtigen keizer den opperbevelhebber, die de Rumeenen ten zegepraal zou geleiden, den bevrijder, die het land geheel van de afhankelijkheid van Turkije verlossen zou. Aan de keerzijde der medaille dacht op dit oogenblik niemand; moge die nooit zichtbaar worden en het vorstendom de lichte banden, die het aan de porte hechten, niet verwisselen voor het veel zwaarder juk der russische overheersching!
Na de officieele voorstelling reed de keizer onder het gejuich der bevolking in een open rijtuig naar de voor hem bestemde particuliere verblijfplaats, waarmede de plechtigheden van dien dag gesloten werden.
Den volgenden dag, 7 juni, kwam prins Karel van Rumenië den keizer te Plojesti een bezoek brengen; bij de aankomst van den vorst stond de keizer op russische wijze, aan het hoofd zijner troepen, zijn bondgenoot en gast af te wachten, bij welke plechtigheid de voornaamste russische legerhoofden tegenwoordig waren. Dit lokte den volgenden dag een tegenbezoek des keizers uit, die met een aanzienlijk en schitterend gevolg den 8 juni te Bucharest aankwam en er door de bevolking, uit omtrent 200.000 zielen bestaande, met groote plechtigheid en buitengewone geestdrift ontvangen werd. Op uitnoodiging van den gouverneur der stad Rosetti, had de burgerij hare woningen op het prachtigst versierd en geheel Bucharest was met tapijten, groen en vlaggen behangen. Met den terugtocht des keizers in den avond van denzelfden dag waren de plechtigheden afgeloopen en kon de keizer zich in het hoofdkwartier ongestoord met zijne oorlogsplannen bezighouden.
Wij zeiden boven dat de aan de komst van den russischen keizer vastgehechte verwachting omtrent een bespoediging der krijgs-operatum aan den Donau teleurgesteld is; inderdaad, alles heeft zich tot heden bepaald tot het beschieten der wederzijdsche vestingwerken en verschansingen, waardoor wel veel kruit en lood verspild maar de oplossing geen stap nader gebracht wordt, en wat slechts als eene groote schietoefening beschouwd kan worden. De turksche monitors op den Donau blijven met dat al een doom in het oog der Russen, en al is het prestige dezer ijzeren reuzengevaarten door het in de lucht springen van twee dier gekurasseerde oorlogschepen aanmerkelijk gedaald, toch hebben de Russen er nog altijd veel ontzag voor en vreezen zij de uitwerking der geduchte armstrongkanonnen bij den aanstaanden overtocht der rivier. Opnieuw hebben zij eene poging gewaagd, om een of meer Donaumonitors onschadelijk te maken, maar thans met minder gelukkigen uitslag dan bij het vroeger door ons medegedeeld geval met de Seïfie.
Reeds sedert eenige weken was een groot gedeelte van de turksche vloot in den Matchinarm van den Donau opgesloten èn door de torpedo's, die in groot getal in de rivier gelegd waren, en door het russisch geschut, dat de uitgangen van den Matchin-arm bestreek. Deze vloot was in twee eskaders verdeeld, het eene onder Arif-pacha, het tweede onder Delawer-pacha. Toen eerstgenoemde vlootvoogd bemerkte, dat het hem niet gemakkelijk zou vallen zijne vaartuigen in veiligheid te brengen, verliet hij op echt turksche wijze zijne schepen en begaf zich over land naar Constantinopel. Delawer-pacha hield het langer uit: twee pogingen werden door hem beproefd om zijne monitors buiten het bereik der vijandelijke torpedo's en batterijen te brengen, maar iedere poging kostte het verlies van een zijner oorlogsbodems. Toen gaf ook hij het op en ging hij aan land. Hobart-pacha, de opper-admiraal der turksche vloot, was echter nog niet genoeg Turk - hij is een Engelschman - om de handelwijze zijner onderbevelhebbers goed te keuren, hij gaf aan Arif-pacha het formeele bevel, koste wat het wilde, de nog overige schepen uit het gevaarlijke vaarwater te verlossen, en dit bevel is opgevolgd moeten worden. De monitors Kilcasch, Ali en ul Islam aanvaardden den 8 juni de gevaarvolle reis; voor de schepen uit gingen een aantal duikerbooten, die met de noodige voorzichtigheid de torpedo's uit het vaarwater opvischten, door eerst de draden, welke ze aan den bodem vasthechtten, door te snijden en ze boven komende op te vangen. Op deze wijze langzaam voortstoomende, gelukte het de drie oorlogschepen de gevreesde torpedo's te ontwijken en de russische batterijen voorbij te komen.
In vereeniging met nog drie andere monitors lag thans het eskader buiten het bereik van 's vijands kanonnen ten anker, en daar de Russen vreesden dat hunne prooi hun zou ontsnappen, wilden ze nog een laatste poging wagen om door hunne torpedobooten 's vijands schepen te vernietigen. Zes stoombarkassen gingen den volgenden nacht op de monitors af, maar door de ondervinding geleerd, hadden de Turken hunne schepen met kleinere booten, die door kettingen aan elkander bevestigd waren, omringd, zoodat de russische vaartuigen op dien onverwachten hinderpaal stuitten, waardoor de Turken intijds gewaarschuwd werden. Deze laatsten richtten hunne kanonnen op de barkassen, waarvan er drie in den grond geboord werden en de drie overige, zwaar beschadigd, moesten aftrekken. Slechts een enkele torpedo had men aan den voorsteven van een der monitors kunnen vasthechten, maar de ontploffing bracht weinig schade teweeg, terwijl de bemanning der drie vernielde russische vaartuigen haar graf in de golven vond. Slechts zes man werden door de Turken gered en zullen als krijgsgevangenen naar Constantinopel gezonden worden.
Zoo de Montenegrijnen gedurenden den oorlog van het vorige jaar al geene gewichtige veroveringen gemaakt hebben, toch hebben zij zich met roem overdekt, want dit kleine bergvolk heeft niet alleen de overmachtige Turken het hoofd geboden, maar zelfs menig belangrijk voordeel behaald en den vijand van zijn grondgebied verwijderd weten te houden. Meer dan eene versterkte plaats viel zelfs in hunne handen en nog altijd houden zij de belangrijke grensvesting Niksik in de Herzegowina nauw ingesloten
Gedurende de laatste weken zijn de Montenegrijnen echter minder gelukkig geweest en de Turken kunnen zich op een wezenlijke zegepraal beroemen, al is deze duur genoeg gekooht; als eene kleine vergoeding voor de door! hen in Klein-Azië geleden nederlagen, verheffon zij dan ook hoog hunne overwinning aan de Montenegrijnsche grenzen. De strijd ie op twee plaatsen tegelijk aangevangen, en wel zui-