Geillustreerd nieuws.
De oorlog in het oosten.
De circulaire van den russischen rijkskanselier Gortschakoff heeft een antwoord, of liever een heftig protest uitgelokt van het engelsche kabinet, 't welk zonderling afsteekt bij de eenige dagen te voren uitgevaardigde neutraliteitsverklaring van Engeland. Er zijn er zelfs die beweren, dat lord Derby's antwoord het voorspel is van eene formeele oorlogsverklaring aan Rusland, en inderdaad, wanneer men het gewichtige stuk aandachtig nagaat, is er veel voor die bewering aan te voeren. In elk geval is het een document, zooals men in de laatste jaren van de europeesche diplomatie niet meer gewoon is: krachtig, scherp, bijna dreigend. Prins Gortschakoffs meêdeeling, dat de keizer van Rusland bevolen heeft zijne legers over de grenzen te doen rukken, heet in het engelsche staatsstuk met diep leedwezen ontvangen te zijn, het gouvernement van Hare Britsche Majesteit kan de verklaringen en gevolgtrekkingen van den russischen rijkskanselier niet aannemen. Ruslands geïsoleerd optreden wordt ten sterkste afgekeurd; ook zonder geweld jegens Turkije te gebruiken, zou het gemeenschappelijk doel van Europa nog te bereiken geweest zijn. Het engelsche gouvernement kan niet instemmen met de bewering van prins Gortschakoff, dat Rusland in overeenstemming met en in naam van Europa handelt, daarenboven zal de gedane stap de moeielijkheden niet verminderen noch den toestand der Kristenen in Turkije verbeteren. De oorlogsverklaring is in strijd met het tractaat van Parijs, en Rusland heeft zich daardoor losgemaakt van den europeeschen staten-bond; de gevolgen van den gedanen stap zijn onmogelijk te voorzien en lord Derby acht zich verplicht, krachtig en openlijk te verklaren, dat Engeland er noch meê instemmen, noch hem goedkeuren kan.
Dit is de zakelijke inhoud van lord Derby's merkwaardig antwoord. Het zegt onverholen harde waarheden, en daar de europeesche diplomatie niet meer gewoon is de waarheid onverbloemd bij haren naam te noemen, is het alles behalve geruststellend voor de toekomst en het beperken van den oorlog binnen zijne tegenwoordige grenzen.
Het russische gouvernement heeft niet op het engelsche document geantwoord en is niet van plan zulks te doen: sommige organen der russische pers beweren dat dit antwoord, zoo het gegeven werd, niet anders dan eene oorlogsverklaring zou kunnen zijn en daarvoor zal Rusland zich natuurlijk zoolang mogelijk wachten. De waarschuwing is echter niet verloren gegaan: met de mogelijkheid van een bezoek der engelsche vloot voor oogen, laat de russische regeering met iever aan de kustverdedigingswerken in de Oostzee arbeiden en worden er in de nabijheid van St.-Petersburg nieuwe troepenkorpsen, die het noorderleger zullen moeten vormen, bijeengetrokken. Engeland laat het evenmin bij zijn antwoord aan prins Gortschakoff en zet zijne uitrustingen van schepen met kracht voort. De verhouding tusschen de beide landen is, wat men in een gekende uitdrukking, een ‘zeer gespannene’ noemt.
In het zuiden heeft Rusland, wat te voorzien was, een nieuwen bondgenoot aangeworven.
Het vorstendom Rumenië, reeds door de russische troepen overstroomd, heeft den laatsten band dien het aan zijn suzerein, de Porte, bond verbroken en zich onafhankelijk verklaard; de Porte integendeel heeft een keizerlijke irade uitgevaardigd, waarbij haar vazal, prins Karel, van de regeering over het vorstendom ontzet wordt.... in afwachting dat de russische troepen zich uit Rumenië zullen terugtrekken en de Porte hare bedreiging met de wapenen kracht zal kunnen bijzetten. Prins Karel heeft zich intusschen aan het hoofd zijns legers geplaatst en alle weerbare manschappen tot, de veertig jaar ter verdediging opgeroepen. Het rumeensche leger kan tot 120.000 man gebracht worden..... op papier.
De aanleiding, of liever het voorwendsel tot de vijandelijke houding van Rumenië jegens Turkije vond de rumeensche regeering in het beschieten van enkele Donausteden door de Turksche monitors en kanonnoerbooten. De vijandelijkheden tusschon hot vorstendom en zijn suzerein zijn reeds feitelijk begonnen, altijd nog met den Donau tusschen beiden. Tegenover de turksche vesting Widdin ligt de rumeensche stad Kalafat. In de eerste en tweede week van mei heeft er bij tusschenpoozen tusschen de artillerie der beide steden eene hevige kanonnade plaats gehad, die van weêrszijden het in brand schieten van een aantal gebouwen ten gevolge had: te Kalafat zijn onder anderen de kazerne en de gebouwen der douanen vernietigd, terwijl de kerk zeer beschadigd is. Overigens is in Europa het woord langs den geheelen Donau nog aan de kanonnen. Behalve enkele kleine afdeelingen kozakken, die in booten de rivier overtrokken en een strooptocht op het turksch gebied ondernamen, staan de Russen nog altijd op den linkeroever, waar zij zich geducht versterken en hier en daar torpedo's leggen. De scheepvaart op den Donau is dan ook geheel gestremd, behalve voor de turksche monitors en kanonneerbooten, die het den vijand vrij lastig maken. Galatz, Braïla, Reni en andere steden aan den linkeroever der rivier worden telkens door hen verontrust; de zware armstrong- of kruppkanonnen der drijvende ijzeren gevaarten trotseeren torpedo's en oeverbatterijen en brengen de russische werken belangrijke schade toe. Zoo hebben zij het versterkte klooster Theraponte bij Satuliën, 'twelk door de Russen ter herinnering aan den veldtocht van 1828 opgericht was, geheel vernield. Zelfs de opperbevelhebber van het russische zuiderleger, grootvorst Nicolaas, heeft reeds dadelijk bij zijne aankomst op het tooneel des oorlogs kennis kunnen maken met de uitwerking van het turksche monitor-geschut: toen hij per spoor te Braïla aankwam, was het stationsgebouw dier stad enkele uren te voren door de kogels der vijandelijke schepen zwaar beschadigd.
Die kanonnades en artilleriegevechten zijn na den overtocht der Russen over den Donau; de noodige voorbereidingen daartoe worden met kracht voortgezet: aan de monding van de Pruth en bij Turna tegenover Nicopolis wordt alles in gereedheid gebracht om bruggen over den Donau te slaan, zoodat men mag veronderstellen, dat de overtocht op twee, misschien op meer punten, gelijktijdig zal beproefd worden.
In Klein-Azië winnen de Russen steeds veld, doch zeer langzaam. Na de niet onbelangrijke vesting Bajasid bezet te hebben, zijn zij, in deze stad eene voldoende bezetting achterlatende, verder voortgerukt om zich met het korps, dat op Kars aanhield, te vereenigen. Die vereeniging is tot stand gekomen en de turksche opperbevelhebber, Moukhtar-pacha, die vreesde ingesloten te zullen worden, heeft met het gros van zijn leger deze vesting verlaten en te Yardir, aan den straatweg van Kars naar Erzerum, eene versterkte stelling ingenomen, waar hij den vijand wil afwachten en zich, volgens een aan den sultan gezonden mededeeling, sterk genoeg gevoelt om de Russen tegen te houden en al hunne plannen te verijdelen. Ook de hoofdmacht van hot russische leger zet langs verschillende wegen den tocht verder westwaarts voort, zoodat het spoedig tot een slag zal moeten komen. Enkele afdeelingen hebben zich intusschen rondom Kars gelegerd en zich, na eenige vergeefsche pogingen om de stad met geweld te nemen, vergenoogd haar in te sluiten en een waakzaam oog op de bezetting te houden.
Bij Batum ligt eveneens eene sterke russische troepenmacht; hoewel deze vesting slechts zwakke verdedigingsmiddelen heeft, zal het de Russen echter moeielijk vallen haar te veroveren. Aan de Zwarte Zee gelegen kan zij, daar de Turken meester ter zee zijn, telkens nieuwen toevoer van levensmiddelen, krijgsbehoeften en manschappen ontvangen, terwijl de turksche oorlogschepon de oprichting van een vast kamp rondom de stad zeer moeilijk kunnen maken. Reeds heeft er eene hevige kanonnade plaats gehad tusschon de turksche monitors en de russische batterijen; zonder echter veel schade aan te richten.
Over het algemeen hoort men nog weinig van de verrichtingen der turksche vloot; daar echter de geheele russische kust door de vijandelijke schepen geblokkeerd wordt, is Rusland ter zee zoo goed als geheel van de buitenwereld afgesloten, terwijl Turkije de verbinding met zijne vorafgelegen bezitttingen onbelemmerd onderhouden kan. Nog dezer dagen hebben negen turksche stoomschepen 10.000 man troepen te Trebizonde in Klein-Azië ontscheept.