De luchtballon in oorlogstijd.
(Slot.)
De duitsche legers hadden dus aan hunne luchtvaartkompagnieën veel geld en tijd besteed, zonder er eenig nut van getrokken te hebben, maar ook de pogingen der Franschen schonken geen gunstiger gevolg.
Zoodra Parijs ingesloten was, zagen de Pruisen dagelijks eenige ballons boven de stad opstijgen, doch aangenomen dat de verkenningen gelukten, kon men er toch geen partij van trekken, want de zekerheid, dat het rondom de stad wemelde van Pickelhauben hoefde men in de lucht niet te halen; dat bewezen de bommen welke als een regen in de stad vielen.
Daarbij bleef het echter niet. Op den 13 november 1870 werd te La Villette een ballon gevuld en zoo naar St. Denis getransporteerd, doch aldaar gelukkig aangekomen, des nachts door den storm aan stukken gescheurd. Op 22 december steeg een nieuwe ballon op, eveneens zonder gevolg, want door den dichten nevel kon men geen vijftig passen voor zich uitzien; ook de proeven bij het leger te velde leidden tot geen resultaat en ten slotte begonnen de Franschen insgelijks in te zien, dat met den weerbarstigen ballon niets aan te vangen was.
Un Francais vaut deux Allemands, een Franschman is twee Duitschers waard, getuigde eens een nederige Parijzenaar in een wetenschappelijk tijdschrift van zijne natie, en wat de vaardigheid der Franschen betreft om van alles partij te trekken, heeft de oorlog bewezen dat de man gelijk had.
Toen zij dus zagen dat de luchtballon hun geen diensten als verkenningsmiddel wilde bewijzen, werd hij tot post ingericht, en de proefneming gelukte volkomen. Het eng ingesloten Parijs had geen andere gemeenschap met de provinciën dan den luchtweg; het denkbeeld om met ballons daarvan gebruik te maken, lag dus voor de hand. De postdirecteur-generaal Rampon nam er de eerste proef van en liet, toen gebleken was dat er kansen tot gelukken bestonden, dadelijk eenige ballons maken, welke 2 à 3 personen, eenige postduiven en 200 tot 300 kilo brieven konden meêvoeren.
Van 23 september 1870 tot 28 januari 1871, dus in minder dan 100 dagen, werden 64 ballons met 358 postduiven opgelaten. Van deze ballons zijn er 46 gelukkig te recht gekomen, waaronder 4 in België en 1 in Nederland; 10 verongelukten gedeeltelijk, dit wil zeggen, de ballon werd vernield, doch lading en personen gered, terwijl er 6 in handen der Pruisen en 2 in zee vielen.
Met de postduiven verkreeg men zulke gunstige resultaten niet. van het getal, dat wij boven opnoemden, zijn er slechts 56 naar Parijs teruggekeerd. De oorzaak van dezen ongunstigen uitslag moet hoofdzakelijk toegeschreven worden aan het gemis van goede postduiven te Parijs, en aan den strengen winter, waardoor zich het oorlogsjaar gekenmerkt heeft.
De verzending van depeches met postduiven had daarenboven nog het bezwaar, dat zij slechts enkele woorden konden bevatten, daar zij aan de vleugels der duif vastgebonden, niet alleen niet zwaar mochten zijn, maar daarenboven moesten geschreven worden op zoogenaamd zijde-papier.
Ook daarvoor wisten de Franschen raad. De Parijzenaar Dragon had, kort voor het uitbreken van den oorlog, onder zijne landgenooten eenigen naam gemaakt door zijne uitvinding van de micro-photographie, eene kunst, waarvoor het buitenland de schouders ophaalde, daar men er het praktisch nut niet van inzag. De oorlog, of liever de insluiting van Parijs deed die kunst tot haar recht komen.
Het gelukte Dragon namelijk zijne uitvinding op het brievenvervoer toe te passen. Nauwelijks had hij de autoriteiten der belegerde hoofdstad van zijne nieuwe uitvinding kennis gegeven, of deze besloten er gebruik van te maken. Op den 21 november 1870 verliet Dragon Parijs per ballon en begaf zich naar Tours, waar hij een werkplaats voor de microphotographié oprichtte.
Met zijne werktuigen bracht hij 12 à 16 vellen papier, folio formaat, waarop 4 à 5000 depeches stonden, op een stukje papier over van 3 duim lang en 5 breed, welker overbren-