Vaatwasschen.
De Antwerpsche schilderij-tentoonstelling van het vorige jaar heeft ons reeds menig schilderstuk aan de hand gedaan, dat onze lezers met genoegen zullen hebben ontvangen, vooral omdat wij in de keuze daaruit te werk zijn gegaan naar de uitspraak der meesters, die de verschillende stukken te beoordeelen hadden. Kenmerkend mag het echter genoemd worden, dat juist de genre-stukjes de juweeltjes van de tentoonstelling uitgemaakt hebben, en ook in ‘Vaatwasschen’ van den schilder Valkenburg treffen wij er weêr zoo een aan. Het geheele tooneeltje is, zooals duidelijk blijkt, uit eene Brabantsche keuken geknipt, en alle onderdeelen beantwoorden zoo letterlijk aan alles, wat men in eene Brabantsche keuken vindt, dat men niet hoeft te vragen, waar de schilder zijn onderwerp opgedaan heeft.
De twee meiden, de gebakken leemen schotels met hun gekleurde randen, zoowel als de keuken zelve, ze zijn in de Brabantsche Kempen bij duizenden te vinden, en dat elke Brabanter ze herkent, is geen kleine lof voor den schilder, die het wezenlijke zoo geheel naar waarheid heeft weten weêr te geven.