Eene nieuwe vliegmachine.
De heer W.J. Lewis te New-Tork heeft eene nieuwe vliegmachine uitgevonden, die om haren eigenaardjgen vorm de aandacht verdient en tot de gescmedenis der uitvindingen op dit gebied een merkwaardige bijdrage levert. De berichten en ophelderingen, welke daarvan bekend zijn geworden, zijn als alle meêdeelingen van dien aard zeer oppervlakkig. De uitvinder heeft onlangs met een klein model - cirka 1 /2 meter breed en 90 cm. lang - proeven gedaan, die door de Amerikaansche pers zeer geprezen worden. Onze gravure stelt de nieuwe vliegmachine voor zooals de uitvinder haar in de praktijk voorstelt. Een lang buisvormig toestel in den vorm van een stompen hoek, saamgesteld uit dunne, sterke latten, draagt geheel het mechanisme en biedt, om zijn eigenaardige samenstelling, den wind weinig itegenstand. Twee rechtopstaande stangen, die elk vier vleugels hebben in den vorm van scheepsschroeven, moeten de machine in de lucht verheffen. Aan het achtereinde bevindt zich een stang, insgelijks met vier vleugels, ojn het geheel voorwaarts te bewegen. In het middelpunt van het geheele toestel rust de drijfkracht. Om nu de vleugels te gelijk in beweging te brengen, heeft men in het midden van het buisvormig toestel een cylinder aangebracht, welke door wielen zoowel de rechtstaande als de achter-stang in beweging zet. Laatstgenoemde is met de hoofdstang verbonden door een scharnier, dat naar alle kanten draait. In het zwaartepunt der vliegmachine heeft de uitvinder twee groote beweegbare vleugels aangebracht, welke den vogel afgezien schijnen en moeten dienen om het toestel op en neêr te bewegen en ook bij het neêrlaten dienst moeten doen. Van voren zien wij het stuurroer, waaraan het toestel bij de genomen proef tamelijk juist gehoorzaamde. Deze merkwaardige vliegmachine wordt niet door stoom, maar eenvoudig door een trapwerk in beweging gebracht.