Onverwacht bezoek.
‘Onverwacht bezoek’ heet onze gravure en wij vragen het u, lezer, of gij in lange een tableau gezien hebt, dat meer fonkelt van leven, waarin de actie op natuurlijker wijze is weêrgegeven dan in deze gravure, genomen naar de schilderij van E. van den Kerckhove. Wanneer wij eene schilderij beschouwen, dan is de eerste vraag, die wij ons zelven stellen: wat heeft de kunstenaar willen weêrgeven? Dit is noodig, opdat wij ons zelven rekenschap kunnen geven of de uitvoering geheel en al in overeenstemming is met het idee, en of de gevoelens en gewaarwordingen zoo zijn weêrgegeven, dat wij met één oogslag de groepeering kunnen verstaan. Ontleden wij in een paar woorden onze gravure. Wij zullen beginnen met het vertrek in oogenschouw te nemen. De meubels zijn weelderig en smaakvol. De leuningstoel met fluweelen kussen heeft in de haast, waarmede men is opgestaan, zijn evenwicht nog kunnen behouden; zijn wederhelft echter is achterover gevallen, en hieraan merkt men dat er op het oogenblik eenige verwarring in het huishouden heerscht. Aan den muur hangen twee schilderijen, een familieportret, voorstellende eene vrouwenfiguur, uit wier stemmige muts men mag afleiden, dat, al mogen de meubels in sommige opzichten den aristocraat verraden, wij onu echter bevinden in het vertrek van den pachter of den heerenboer, hetgeen ook blijkt uit de staande klok met hare gevleugelde figuren als wachters. De andere schilderij is eene langschapschilderij-. Zeker mogen wij bij de meubels de pronkkas niet vergeten met hare langgehalsde roemers, die ons bijna op het denkbeeld zouden brengen, dat nu en dan de champagne-flesch het middagmaal helpt kruiden. De tafel staat nog half gedekt, en de huishoudster, wij raden naar hare qualiteit, is juist bezig de borden af te doen. Nu de figuren, die het vertrek stoffeeren. Het is eene geheele familie, die er op eens komt invallen. Man en vrouw, de gouvernante, aan de hand haren pupil, die zich niet op zijn gemak schijnt te gevoelen, de kindermeid met een zuigeling op den arm en verder nog een aankomend meisje, dat in de schaduw gelaten is. Het bezoek geldt natuurlijk den pachter of heerenboer of wie hij wezen moge, en hartelijk is de handdruk, waarmede hij de hooge heerschap begroet. De eer, hem door dit bezoek aangedaan, leest men in zijn gezicht, terwijl het van den kant zijner bezoekers meer nieuwsgierigheid is, die uit hunne houding, hunne oogen en hunne trekken straalt.