De spreekmachine.
Een der meest ‘sprekende’ bewijzen voor den vooruitgang van onzen tijd op het gebied van kunstwerktuigen is zeker de spreekmachine, waarvan wij hier achter eene gravure geven. Zooals de naam reeds aanduidt, bootst zij de menschelijke stem na en beweert deze in sommige gevallen te willen vervangen. De luchtstroom, die door het aanraken der toetsen van het klavier in beweging wordt gebracht, doet dezelfde werking als de lucht, die de keel binnendringt en verlaat; hij wordt in verschillende toestellen saamgedrukt en kan daaruit alleen ontsnappen door een reeks van andere toestellen, die eene navolging zijn van de werktuigen, waardoor de menschelijke klanken worden voortgebracht. Alles is zoo volmaakt ingericht, dat de lippen, die men noodig heeft om sommige letters uit te spreken, niet vergeten zijn. De persoon, die de machine laat werken, zit voor een klavier en behoeft slechts op de toetsen te drukken om het een letter, een woord, een volzin te laten uitspreken. Vooral in het uitspreken der letter r is de spreekmachine zeer volmaakt, daar zij die doet trillen dat het een pleizier is om te hooren. Met de letters u, m, n, p en t hapert zij een weinig, en wat welluidendheid betreft, laat zij nog veel te wenschen over. Als men de machine hoort spreken, maakt haar geluid denzelfden indruk, alsof men een doofstomme een enkel woord, dat hij met veel moeite heeft geleerd, hoort uitstooten, zonder dat hij het verstaat. Zooals vanzelf spreekt heeft de machine geen practisch nut, iets waarnaar men in onzen tijd het eerste vraagt, en men moet haar meer beschouwen als een triomf der werktuigkunde, die het zoover heeft kunnen brengen.